Algemeen·Beurzen·Bloed en Scherven·Fantastels·jurylid·Nanowrimo·Paraiso·Redigeren·Schrijven·Stof en Schitteringen·Talent en kristal·Uncategorized·verloren zielen·Vuur en Vergankelijkheid·Waterloper·Zilverbron·zilverspoor

een afsluiting en een begin

photo_2019-12-30_00-49-01.jpgTien jaar is niet niets. Natuurlijk moet je een decennium afsluiten met iets van een terugblik. En nu ik vandaag eindelijk uit mijn nestivus-modus (Nestivus: de dagen tussen kerst en Oud & Nieuw, zie plaatje aan de rechterkant) gekropen ben (en Final Fantasy XV bijna uitgespeeld heb *kuch kuch*), is het tijd om weer wat te gaan doen. We beginnen dus heel ambitieus: met een terugblik! Hij is nogal uitgebreid, dus bereid je maar voor… Hij is compleet met plaatjes en foto’s en vanalles. Het wordt een feestje! 😀

Oktober 2010, toen was ik al met bollen bezig 🙂

2010: Ergens in het eerste decennium van dit millennium, toen ik weer fanatiek begon met schrijven, beloofde ik mezelf dat ik voor publicatie zou gaan. Ik wilde rond mijn dertigste gepubliceerd worden, zei ik. En ik schreef en schreef en schreef, maar ik liet de eerste versies altijd liggen en verstoffen. Ik was meters aan het maken, ik experimenteerde, ik bouwde werelden. Ik had lol. Maar het was nog altijd amateurwerk. Natuurlijk was het dat 🙂
En eind 2010 (toen ik dus net dertig was) las ik een advertentie van Pure Fantasy: “Heb lef, stuur een verhaal in naar PF!” en dat deed ik, in een vlaag van verstandsverbijstering. Brutale mensen hebben de halve wereld, nietwaar? Ik pakte het enige verhaal dat ik in het Nederlands had liggen, poetste het op, en stuurde het in naar Pure Fantasy verhalenmagazine. …En ze haatten het niet. Het had werk nodig, maar ze wilden het best publiceren. Ik viel bijna flauw. En vervolgens sloeg de onzekerheid toe. Kón ik dit wel? Maar ik ging toch aan de slag. 🙂

2011:  In 2011 werkte ik samen met een van de toen-nog-redacteuren van Pure Fantasy, Cocky van Dijk, samen om mijn kortverhaal “Geboorterecht” publiceerbaar te maken. De samenwerking was super fijn. We begonnen onze mailwisseling over het verhaal met “Met vriendelijke groet” ondertekeningen, en eindigen met liefs en xxx. En toen, in oktober, verscheen de Pure Fantasy met mijn verhaal. Compleet met illustratie van Melchior van Rijn. De illustratie hangt in poster-vorm boven mijn bureau. Ik kan naar Sirka kijken wanneer ik wil 🙂  Ik vond het fantastisch.
Op de forums raakte ik aan de praat met Corina, die ook debuteerde met een kort verhaal in dezelfde bundel. En dat was het begin van onze vriendschap 😀
Eind 2011 riep Luitingh een manuscripten wedstrijd uit, waarbij het winnende boek gepubliceerd zou worden. Aangezien de reacties op “Geboorterecht” goed waren, besloot ik het verhaal dat ik in 2006 had geschreven (waar “Geboorterecht” de proloog van was), uit het Engels terug naar het Nederlands te vertalen en te herschrijven, redigeren en klaar te maken voor publicatie. Dream big, right? 🙂

aww, check dat “eerste versie” dan 🙂

2012: Dit jaar stond in het teken van twee dingen: 1) Het herschrijven van wat nu “Stof & Schitteringen” zou worden, en 2) de ontdekking dat mijn ingestuurde kortverhaal voor Fantastels verhalenwedstrijd goed was voor een 8e plaats! De hype van Fantastels gaf me de hoop dat ik dit kon, en het hele jaar werkte ik aan mijn manuscript, geholpen met een stel lieve proeflezers (*blaast kusjes naar de Braining schrijfgroep en haar man*). Tegelijkertijd begon ik aan het herschrijven van wat nu “Bloed & Scherven” is, want ook daar had ik een eerste versie van rondslingeren op mijn harde schijf (daterende uit 2008). Om een beter gevoel te krijgen voor antagonist Romain schreef ik kortverhaal “Rode Lantaarns”, die ik die herfst uitstuurde naar Fantastels verhalenwedstrijd, want waarom niet, toch?
“Stof & Schitteringen” stuurde ik vlak voor de deadline op 31 december uit naar de manuscriptenwedstrijd. En toen was het wachten geblazen.

knuffel van Cocky! Check mijn ongelovige gezicht, zo kijk je als je hoort dat je wss uitgegeven gaat worden 🙂

2013: Dit jaar begon slecht, met een afwijzing van Luitingh. Ik haalde de shortlist niet eens, en dat was even heel rauw op mijn dak. Om mezelf te troosten, schreef ik keihard door (serieus, ik denk dat 2013 mijn meest productieve jaar OOIT is, meer dan 200.000 woorden) aan de League wereld die ik deel met Brenda. Ik maakte bizar veel meters.
En toen kwam in de lente de uitreiking van Fantastels verhalenwedstrijd, en werd “Rode Lantaarns” 7e en won de Deviant prijs. En niet alleen dat. Tijdens de uitreiking sprak ik Cocky van Dijk aan, nu redactrice bij Zilverbron, of zij “Stof” misschien niet zouden willen uitgeven.
Niet veel later kreeg ik het verlossende woord. JA.
Ik zette dit blog op en ging hard aan de slag met herschrijven, want het zou nog even duren voordat we zouden beginnen met de redactie. Maar dat was prima. Dankzij die wachttijd hebben we een véél betere scène in de boot op het Mentornameer.
Oja, en ik herschreef ook nog even een roman in de League wereld af, genaamd “Expendable Souls”, een oude Nanowrimo uit 2007. Gewoon, omdat het kon. Die zal het levenslicht waarschijnlijk nooit zien, maar ik heb hem laatst teruggelezen en het is misschien een van mijn favoriete verhalen die ik ooit geschreven heb.
Tijdens een vakantie in het Lake District in Engeland had ik een droom over een stad tijdens een plaag, en een poortwachter die goud aanneemt – en dat schreef ik uit tot een kortverhaal genaamd “Roze Water”, dat ik uitstuurde als mijn Fantastels inzending, en ging ik verder met mijn herschrijven voor “Bloed en Scherven”, omdat ik toch al ‘in the zone’ was.

2014-04-06 22.03.03
en zo kijk je als je Fantastels wint…

2014: Dit was het jaar van “Stof & Schitteringen”. De redactie, de publicatie, het nieuws dat we meteen “Bloed & Scherven” het jaar erop zouden uitgeven, Elfia…de andere beurzen, de eerste recensies… wat een stroomversnelling.
En niet alleen dat, omdat we toch al aan het winnen waren, won ik Fantastels verhalenwedstrijd met mijn verhaal “Roze Water”, een week voordat “Stof” gepubliceerd werd. We moesten gauw de achterflap van mijn boek op het laatste moment nog aanpassen. Ik kon het niet geloven – nog steeds niet, eigenlijk. 😉
Dat jaar tijdens Nanowrimo schreef ik de allereerste versie van “Vuur & Vergankelijkheid”, omdat ik een idee had voor een prequel. Daar is later letterlijk NIETS van overgebleven. Nouja, op de titel na, dan. Maar dat maakt niet uit. Je kan niet altijd winnen. En het is niet alsof ik het jaar niet afsloot met de redactie voor “Bloed & Scherven”.
…En de opmerking van Cocky dat ‘sorry, het einde moet echt anders…’ Dat was nog wel een dingetje. Ik moest de volgende dag 2 uur naar Heerlen rijden, naar een klant. Ik heb de hele weg (heen & terug) geknarsetand over hoe ik dit op moest lossen, maar uiteindelijk had ik een nieuw einde, en dat is het einde wat we allemaal kennen. Het einde wat de opening zou geven voor “Talent & Kristal”, maar daar komen we nog.

selfie met mijn boek!
ik ben hier zo happy, dat je nauwelijks ziet dat ik 4 uur slaap had die nacht

2015: Want dit was een flinke terugslag. Direct na het afronden van de redactie en mooi ‘on schedule’ voor de publicatie van “Bloed & Scherven” sloeg het noodlot toe, en mijn uitgever, Jos Weijmer, overleed plotseling…
Opeens was alles onzekerheid en verdriet. Ik kende Jos niet zo goed, dus ik leefde mee met anderen, en leefde in angst dat ik een contract getekend had, maar wat als de boeken nu niet meer uit zouden komen? We hadden net besloten dat er een deel 3 zou komen, namelijk. Ik had nét een geweldig idee gepitcht. Een paar maanden lang leefden we in limbo wat er met de uitgeverij zou gebeuren. De beurzen waren super weird en verdrietig.
Fantastels dat jaar werd gewonnen door mijn schrijfbuddy Brenda (ik werd 10e, waar ik super blij mee was, want mijn verhaal “Zij die weggingen” was een experiment ver buiten mijn comfort zone).
En toen, terwijl ik op vakantie was in Schotland, kwam het verlossende woord: Cocky en Barry zouden de uitgeverij overnemen, en de boeken die klaar hadden gelegen voor Elfia, zouden op Castlefest alsnog uitkomen! OMG!
Castlefest was geweldig, een droom. Elfia Arcen en FACTS volgden. En ik schreef, en ik schreef, en schreef aan de eerste versie van “Talent & Kristal”. 122K in drie maanden. Fucking gekkenhuis. Maar dit moest eruit, dit was het einde van de trilogie. Ik brak mijn hart in duizend stukken op dit einde.

2016: Corina’s boek “Vanbinnen en Vanbuiten” kwam uit, ik jureerde voor Fantastels verhalenwedstrijd, en het beursseizoen was een gekkenhuis. Ik mocht in een panel zitten voor “jonge, spannende stemmen in het genre” op de Harland Awards. Ik herschreef “Talent” voordat Cocky en ik samen aan de redactie togen. Het was een intense tijd, maar het zo waard. En toen kwam “Talent & Kristal” uit. Castlefest was een gekkenhuis qua verkoop, en toen moest de boekpresentatie op de Logeerboot in Dordrecht nog komen. Wat een heerlijke dagen waren dat ❤
In september was ik een weekendje weg met mijn man en hebben we samen de premisse herbedacht van “Vuur & Vergankelijkheid” waar ik vol enthousiasme aan wilde beginnen, maar helaas ging dat niet zo makkelijk als ik wilde.
Ik had een flinke burnout van “Talent & Kristal” en het afschrijven van de trilogie, dus schrijven voelde als dikke stront. Het enige wat lekker ging, was een kortverhaal genaamd “Uitgangen”, dat ik instuurde naar Fantastels. Misschien lukte dat alleen omdat het niet Lentagon-gerelateerd is. Ondanks dat, is het wel een van mijn favoriete kortverhalen ooit.

met Joris en Kim tijdens een panel op World Con

2017: In 2017 redigeerde ik boeken voor Zilverbron, want dat had ik erbij opgepakt. Wel fijn, want dan ben je toch creatief zelfs al komt er qua proza weinig uit je handen. “Elins keuze”, “Bloedengel” en “Enkele reis Mars” kwamen aan het begin van het jaar uit – van mijn rode pen als redacteur.
Mijn kortverhaal “Uitgangen” was te controversieel om door de eerste ronde van Fantastels heen te komen, en dat was een flinke knauw aan mijn zelfvertrouwen. Gekoppeld met het feit dat schrijven voor geen meter ging, had ik het in 2017 niet makkelijk. Gelukkig waren de recensies van “Talent”, beurzen, de verkoop en de lieve lezers ontmoeten wel super leuk.
Ik zat in de jury van Edge Zero, wat pokkeveel werk was, schreef het voorwoord van die bundel, ging naar World Con met een aantal van mijn collega schrijvers (en had er een super tijd), en dwong Corina om een kortverhaal voor Fantastels met me te schrijven, ondanks dat ze het super druk had. Dat verhaal werd “Een tijdelijke oplossing”. In de aankomende verhalenbundel (daar later meer over) heeft hij een nieuwe titel, genaamd “Onze plaats in het universum”. Daarna leek het alsof er een dam brak. Iets in de combo van samen met Corina schrijven, en het lezen van Oathbringer van Brandon Sanderson opende een deur in mijn hoofd. Ik kon weer schrijven en ragde direct door naar het einde van de eerste versie van “Vuur & Vergankelijkheid”. Pffff.

signeren ftw

2018: Ik was druk aan het herschrijven voor “Vuur & Vergankelijkheid”, en vond na acht jaar bij CX een nieuwe baan (want ja, ik werk er ook nog naast). Minder training, meer consultancy bij de klanten thuis. Dat was best pittig, ook om dat nog te combineren met de redactie van “Vuur” die zomer. Fantastels was dat jaar voor het laatst. Het verhaal van Corina en mij werd 9e, waar we erg blij mee waren. Mijn schrijfgroep buddy Tijs won!
Castlefest was het publicatiemoment van “Vuur & Vergankelijkheid” en het was zo heerlijk om te zien hoe mensen bijna op me af renden om mijn nieuwe boek te halen. Ik redigeerde aan Kirsten Groots “De terugkeer van Layhar”, en dat project hield me ook lekker bezig.
En tja, toen was het tijd om te beginnen met een nieuw verhaal, een nieuwe boekenserie. Ik begon met “De prijs van water” schrijven. Iets héél anders! 🙂

mooi he, met zijn viertjes!

2019: Doordat mijn nieuwe baan qua drukte best wel mijn kont aan het schoppen was, kwam er van schrijven veel minder terecht dan ik zou willen. En toen het bedrijf waar ik werkte ging fuseren, maakte ik van de gelegenheid gebruik om wéér te switchen. Nog een baanwissel in twee jaar tijd, pffff.
In de tussentijd schreef ik kleine beetjes aan “Prijs”, redigeerde “Echo der Stervenden” voor mijn schrijfcollegaatje Natascha, schreef twee korte verhalen voor nieuwe verhalenwedstrijd Waterloper, genaamd “Nachtdienst” en “Rozengeur en maneschijn” (waarvan de laatste samen met schrijfbuddy Brenda) en probeerde tijd te vinden voor mezelf.
Ik telde woordenaantallen en realiseerde me dat ik met al mijn verhalenwedstrijd inzendingen en wat leuke Lentagon kortverhalen genoeg geschreven had om een bundel te kunnen vullen. Cocky vond mijn pitch leuk, en ik redigeerde samen met Tamara die zomer de verhalen. De bundel komt Q1 2020 uit, en heet “Verloren Zielen”. Ook schreef ik eindelijk de eerste versie van “De prijs van water” af, en rondde ik de redactie af van Ian Lavermans “De schaduwzijde van magie”. Pfew, dat was een bevalling, zo naast de rest van leven en mijn nieuwe baan!
Tijdens de uitreiking van Waterloper verhalenwedstrijd werden Brenda en ik 3e met ons verhaal “Rozengeur en manenschijn”, en mijn horrorverhaal “Nachtdienst” werd 10e. Ik was met allebei SUPER blij. “Nachtdienst” omdat het een experiment was (ik doe niet zo vaak échte horror), en “Rozengeur” omdat het een belofte is voor meer, later, een grotere, gedeelde wereld.
En nu is het jaar bijna af. Ik heb meerdere redactieprojecten tegelijkertijd lopen (*zwaait naar Roos, Suzanne en Heather*), en Cocky en ik zijn begonnen met de redactie van “De prijs van water”.

En nu?

  • Q1 2020: Bundel met kortverhalen “Verloren zielen“. Sorry, die hadden jullie nog tegoed, ik had dit najaar écht geen tijd voor de promotie van dit boek, dus die hebben we over het nieuwe jaar heen getild. In de bundel staan alle kortverhalen die ik in dit verslag genoemd heb (plus nog een paar leuke Lentagon verhalen), dus eigenlijk is “Verloren zielen” ook een terugblik op de afgelopen tien jaar 🙂
  • Elfia 2020: “De prijs van water“, boek 1 in de Paraiso serie. Ik zeg nu nog dat het een tweeluik is, maar dat heb ik vaker gezegd, dus ik durf niets meer te roepen 😉 Een actieverhaal in een moderne fantasysetting, maar een stuk bloederiger van spannender dan je van me gewend bent. Want monsters. En magie. En een kantoortoren, waarin mensen opgesloten zitten. Ik ben heel benieuwd hoe jullie hem gaan vinden!

Conclusie:

De afgelopen tien jaar hebben in het kader gestaan van schrijven, schrijven, schrijven. Vier boeken zijn het resultaat, en een bundel vol met kortverhalen die het bijna allemaal goed hebben gedaan op verhalenwedstrijden (en die ene die het niet goed deed, is het beste van allemaal). En dan kunnen we de geredigeerde boeken natuurlijk niet vergeten. Wat een absoluut gekkenhuis.

Ik had er geen seconde van willen missen ❤
Bedankt voor het lezen, het commentaar, jullie meeleven, jullie aanwezigheid, jongens. Laten we van 2020 een feestje maken. See you on the flip side! xx

 

 

Films/TV·recensie·TV·Uncategorized

hell yeah: mr. robot

Image result for mr. robot

Hier is de volgende aflevering van de “Hell yeah” serie. We gaan nu wat serieuzer, want Mr. Robot is heel veel dingen, maar grappig zou ik het niet noemen. Deze TV-serie is de reden dat ik begonnen ben met de Hell Yeah serie, want nadat ik de 7e aflevering van S4 had gezien, had ik zo’n behoefte om er met mensen over te praten, dat ik op Facebook naar support zocht. Reddit en Twitter zijn daar doorgaans prima voor, maar ik wilde even emotionele support vinden bij mensen die ik kénde. 🙂

Even een stapje terug. Wat is Mr. Robot? Aldus de broadcaster USA: MR. ROBOT is a psychological thriller that follows a young programmer who works as a cyber-security engineer by day and a vigilante hacker by night.” De hoofdrolspeler is Rami Malek, die in de tussentijd bekend is geworden met (en awards heeft gekregen voor) zijn Freddy Mercury rol in de Queen film. 

Iets meer informatie over de plot: Elliot en zijn zus Darlene (en damn, Darlene is een fucking koningin! i love her <3) zitten in een hackergroep genaamd fsociety die erop gebrand zijn om de 1% van de 1% van de rijksten in de wereld via slimme hacks onderuit te halen. Daarmee vernietigen ze ook zo ongeveer en passant de wereldeconomie, trouwens – en vanuit daar sneeuwbalt de boel flink de vernieling in. Twee stappen naar voren, drie stappen terug, zeg maar. En ja, probeer dan maar eens te redden wat er te redden valt…

Er zijn een hoop dingen die deze serie uniek maken. Het acteerwerk, de cinematografie en de muziek zijn fan-tas-tisch, bijvoorbeeld. Er wordt veel gebruik gemaakt van de unreliable narrator, wat een van mijn grote zwakheden is (ik ben er dol op). Het effect lukt niet altijd 100% (in seizoen 2 werkt het een beetje tegen, zelfs – ik hoorde van mensen dat ze toen afgehaakt zijn, en ik vond zelf S2 ook het minste seizoen), maar de momenten dat het werkt, is het fantastisch.

Er worden flinke uithalen gemaakt naar ons 21e eeuwse leven, naar late stage capitalism, naar social media, maar ook naar de dingen die ons gaande houden. Sommige dingen moeten gezegd worden, en ik ben blij dat Mr. Robot ze zegt, ook al is het soms oncomfortabel om te horen.

Juist omdat het verhaal zo strak geplot is, mag je de serie iedere keer dat er weer een mindfuck onthulling gedaan wordt, opnieuw gaan kijken omdat bepaalde dialogen en keuzes dan in een ander licht worden getoond. Alles is zo dubbelzinnig en goed uitgewerkt dat de mindfucks echt geweldig werken. Genoeg dat ik een paar weken geleden op de bank zat en er tranen over mijn wangen biggelden van ellende omdat ik het opeens begreep, en ik weet dat zodra de serie totaal klaar is, ik heb weer opnieuw ga kijken. Voor de… derde keer, of zo.

Related image

Dus even als disclaimer: seizoen 1 start ontzettend sterk, seizoen 2 is een beetje wonky, seizoen 3 is weer erg goed, en seizoen 4 – recht naar het einde, is tot op dit punt (met nog 4 afleveringen te gaan) echt ongelofelijk goed. Iedere aflevering voelt als een season finale. (Vooral die van afgelopen week – ik zou bijna hier afhaken, dit was zo emotioneel cathartisch dat ik bijna niet verder wil kijken… ben bang dat alles alsnog de shit in draait) Dus ja, aanrader. Als je door S2 heen bent, ben je home free en is het genieten tot het einde. 😀

Oja, en had ik al gezegd dat de ICT en het hacken daadwerkelijk (grotendeels) klopt in Mr. Robot? Ik werk in de ICT en hoewel ik geen expert ben, snap ik wel het een en ander. Mijn man is nog veel tech-er dan ik en zit regelmatig bij films en series te schuimbekken omdat er letterlijk onzin op het scherm staat. Mr. Robot doet het goed. En dat is wel heel bijzonder, vind ik.

Dus ja, hell yeah! 🙂

 

 

 

Boeken·Engels·recensie

hell yeah: John Dies At The End

En omdat we toch al aan het lachen waren met de “hell yeah” serie, hier nog een van de  humoristischer entries. Of is het dat eigenlijk wel? John Dies At The End. 😉

“Dave? This is John.”
“What, are you-”
Alive?
“-in an ambulance or something?”
“Yes and no. Are you still at the police station?”
“Yeah. We were both-”
“Have I died yet?”

Misschien heb je de film wel gezien, misschien heb je er wel eens van gehoord. “John Dies At The End” is een urban fantasy/horror boekenserie van (nu nog) drie boeken, geschreven door David Wong (pseudoniem van Jason Pargin).  En hier komt het deel waar ik moet gaan pitchen waarom het nu zo amazing is, en dat is waar het moeilijk wordt. De drie boeken in de serie heten “John Dies At The End“, “This Book Is Full Of Spiders (Seriously Dude, Don’t Touch It)” en “What The Hell Did I Just Read?“. Misschien dat dat het een en ander al uitlegt. 😉

“Just answer the question, please,” John said. “Did your dog ever levitate, or speak in dead languages?”
“What? No.”
“Are you sure?”
“Ma’am,” I said, “if your dog was dabbling in the occult it’s best you tell us now. We’re experts.”

John Dies at the End PosterHet gaat over John en Dave (en Amy), die in een stadje in mid-west Amerika wonen. Dankzij een avontuur met een vreemde drug genaamd “soy sauce” kunnen ze door dimensies heen kijken – eigenlijk zo ongeveer de hel in. Monsters zijn echt, ze zijn aanwezig, en ze zijn gevaarlijk.

John, Dave en Amy doen hun best om hun stadje en de wereld te redden tegen uitbraken van kosmische horror. Ze zijn echter ook niet al te slim (nouja, Amy wel), super cynisch (Dave), en eigenlijk gewoon een beetje white trash (John en Dave allebei), dus het gaat niet altijd even gemakkelijk.

“The problem isn’t that there’s not enough heroes in the world, the problem is too many dumb people assume they are one.”

Dave is de verteller van het verhaal, hoewel we soms ook stukken krijgen vanuit de perspectieven van John en Amy. Er wordt veel gespeeld met het concept van de onbetrouwbare verteller, wat een extra laag aan het verhaal meegeeft. De personages hebben allemaal een eigen stem, maar wat ze allemaal gemeen hebben is – buiten dat ze best vulgair zijn en er wat afgevloekt wordt – een hele laconieke manier om naar het leven te kijken. Ze zijn al ver voorbij de mental breakdown die je wel móét krijgen als je een leven als dat van hen leidt, en hebben zich neergelegd bij het feit dat het universum een teringbende is.

Maar wat de serie voor mij van “leuk/bij tijd en wijle hilarisch” naar “hell yeah” tilt, is dat de serie zichzelf inderdaad bepaald niet serieus neemt – meerdere malen heb ik in een deuk gelegen van het lachen – …totdat het dat wél doet. De serie is een mix van absurdistische platte humor en existentiële horror die je maanden later nog steeds aan het nadenken zet.

“PEOPLE DIE. This is the fact the world desperately hides from us from birth. Long after you find out the truth about sex and Santa Claus, this other myth endures, this one about how you’ll always get rescued at the last second and if not, your death will at least mean something and there’ll be somebody there to hold your hand and cry over you. All of society is built to prop up that lie, the whole world a big, noisy puppet show meant to distract us from the fact that at the end, you’ll die, and you’ll probably be alone.”

De drie hoofdpersonen hebben allemaal hun eigen problemen (in Johns geval verslaving, en in Daves geval depressie), en hoewel er vaak om gelachen wordt, wordt het bij tijd en wijle hartbrekend duidelijk dat ze eigenlijk gewoon goeie gasten zijn die met 3-0 tegen rondlopen in een wereld die ze niet nodig heeft. Stiekem is het een en ander psychologisch best goed verankerd, waardoor je steeds meer begint mee te leven met deze poor motherfuckers.

“A cockroach has no soul. Yet it runs and eats and shits and fucks and breeds. It has no soul, yet it lives a full life. Just like you.”
En net als je je er rot over begint te voelen, maken ze weer een platte grap en begin je weer te lachen. En dan ben je uitgelachen, en dan wordt er opeens een beeld geschetst van een parallel universum waar dingen (wel) nogal mis zijn gegaan, en dan zit je met een gruwelijk mentaal beeld dat je maanden later nog steeds achtervolgt.
Er zit een scene in boek 3 waar ik soms, in onbewaakte ogenblikken, aan moet denken. En dan zie ik dat beeld weer voor me, en dan huiver ik weer. Ik denk dat dát echte horror is. Ik word namelijk niet snel bang van boeken of films – maar deze boeken hebben me echt hier en daar wel een tik uitgedeeld.
De boeken zijn overigens niet perfect. Boek 1 heeft een traag middenstuk, boek 2 is qua toon anders dan de anderen, en boek 3 is zo’n mindfuck dat het moeilijk is om te weten wat er nou écht gaande is. Bovendien is de humor bij tijd en wijle zo plat dat als het je ding niet is, dat je waarschijnlijk afhaakt. Ik persoonlijk heb het gevoel voor humor van een twaalfjarige, dus ik vind t geweldig.
TL’;DR: Denk Dude, where is my car? ontmoet Supernatural, en dan kom je denk ik wel een heel eind. Dit is een boekenserie waarvoor ik alles laat vallen als er een nieuwe uitkomt, en die ik eens in de zoveel tijd probeer te herlezen, gewoon omdat ik het universum zo ongelofelijk gaaf vind, en omdat de personages me lief zijn.
“I didn’t cry. And if you think I did, good luck proving it, asshole.”
En, als afsluiter: ik weet vrij zeker dat als ik niet vlak ervoor What The Hell Did I Just Read had gelezen, dat ik dan eind 2017 nooit die bizarro actiedroom had gehad die de basis heeft gelegd voor mijn volgende twee boeken. De Prijs Van Water komt Q1 2020 uit. Dus, daar mogen we ook nog eens dankbaar voor zijn. 😉
audiodrama·recensie·Uncategorized

hell yeah: mission to zyxx

Welkom bij het eerste deel van de “hell yeah” serie! 🙂 Laten we lekker obscuur beginnen, namelijk bij een medium wat niet zo vaak gebruikt wordt: audiodrama/podcasts! Whoop! 🙂

Voor de oningewijden onder jullie, een audiodrama is alsof je een TV-serie zit te kijken, maar dan zonder beeld. Zoals een hoorspel, eigenlijk. In het begin is het een beetje wennen, maar als je er eenmaal “in” zit, snap je niet waarom je er vroeger niet meer mee gedaan hebt.

MTZBG_noAB.jpg

Afgelopen januari kwam Corina ermee in onze schrijfgroep app: “En ik heb trouwens echt een awesome podcast gevonden: Mission to Zyxx, an improvised sciencefiction sitcom” zei ze, maar daar deden we niet zo veel mee – het is natuurlijk een nieuw medium, en ain’t nobody got time for that, right?

Totdat ik in juni een nieuwe baan kreeg en echt belachelijk veel tijd op de snelweg ging doorbrengen. Leuk joh, consultancy 😉

Spotify is doorgaans onderweg mijn beste vriend maar man o man, ik werd helemaal gek van mijn playlists. Dus ik besloot om Corina’s raad op te volgen en zette hem aan.

Mission to Zyxx is een science fiction comedy. Het is een parodie/liefdesbrief aan sci-fi series als Star Wars, Star Trek, en flink veel pop culture. Dit is de introductie die aan het begin van aflevering 1 gegeven wordt:

“The period of civil war has ended. In the aftermath of the Battle of Sistoo the rebels have overthrown the evil Galactic Monarchy and in its place established the just and benevolent Federated Alliance. It’s definitely an improvement and totally not a lateral move. Now, to restore diplomatic relations between systems, the Federated Alliance has deployed teams of ambassadors throughout the galaxy to bring a message of peace to every inhabited world. The pay is six Kroons per hour. Which seems sort of low, all things considered. In the farthest reaches of the Tremillion Sector, a young farm boy named Pleck Decksetter embarks with his crew on his first assignment: a daring journey to the remote and mysterious Zyxx Quadrant. Aboard the starship, The Bargarean Jade, they set out to explore astounding new worlds, discover their heroic destinies and meet weird bug creatures and stuff. This is their mission: a MISSION. TO. ZYXX!”

Audiodrama’s zijn vaak gescript (daar ga ik nog verder op in als ik een van mijn andere aanbevelingen in de hell yeah serie ga uitschrijven, Archive 81), waardoor de acteurs een script aan het oplezen zijn. Soms is dat een beetje rough, voice acting is ook een vak.

Mission to Zyxx heeft dat probleem compleet niet, want de hele serie is geimproviseerd door de acteurs, die allemaal ervaren improv comedy artiesten zijn, en al compleet op elkaar ingespeeld zijn via andere projecten. Iedere aflevering wordt er aangehaakt door een guest star, die met hen meespeelt, en vervolgens spelen ze de aflevering uit, compleet uit de losse pols. Het voordeel hieraan is, is dat de conversaties compleet natuurlijk vloeien, omdat mensen letterlijk op elkaar reageren. De cast ligt soms ook echt compleet in een deuk op de achtergrond – de sound editor doet zijn uiterste best om dit zo veel mogelijk te verbloemen, maar het lukt niet helemaal en dat is helemaal niet erg.

Het is eigenlijk vooral heel erg charmant, en juist doordat er heel ad rem op elkaar gereageerd wordt, komen de grappen ook echt aan. Ik zal heel eerlijk zijn – ik heb het doorgaans aanstaan in de auto, en ik heb een keer een groen stoplicht gemist omdat ik te hard aan het lachen was.

Wanneer de serie begint, is eigenlijk alleen de setting vagelijk bekend, zoals die in de opening narration quote hierboven staat. Maar alles wat er gebeurt/geimproviseerd tijdens de afleveringen wordt, is direct canon. Alle onzin die ze bedenken, krijgt direct een plaatsje in het universum. Namen van rassen, planeten, betaalsystemen, achtergronden van personages…. alles. Dat betekent dat terwijl ze bezig zijn, ze een universum aan het bouwen zijn. En lieve mensen, wat is dat LEUK om te zien gebeuren!

De eerste afleveringen zijn nog wat ruw, maar ergens rond aflevering 5 begint alles op zijn plek te vallen. Tegen de tijd dat je bij de season finale van seizoen 1 komt, ben je verslaafd. De seizoensfinale van S2 is zo fantastisch dat ik letterlijk “NEEE!” tegen mijn autoradio aan het schreeuwen/lachen was. Op de een of andere manier hadden de castleden alle bullshit van de afgelopen twee seizoenen samengebonden in een zinderende finale – SUPER spannend, en compleet over de top hilarisch. In seizoen 3 was ik aan het gillen tegen de pre-season finale, “Malice in Chains”. Die was BRILJANT. Echt, petje af.

Ik heb zelf vrij veel freeform roleplaying gedaan, waarbij je met mensen een verhaal verzint en direct uitspeelt. Dat is eigenlijk wat er tijdens de Mission to Zyxx afleveringen gebeurt, maar dan door mensen die zo verdomde goed zijn in verhalen vertellen, grappig zijn, en compleet op elkaar ingespeeld, dat ik niets anders kan doen dan genieten. Dergelijke magie tussen de spelers en het verhaal heb ik maar een paar keer kunnen aanraken tijdens freeform RP sessies, met mensen die ik goed ken en veel mee samengewerkt heb. Deze mensen doen dit iedere week.

Het is absoluut inspirerend om die mensen zo bezig te zien, en het is super aanstekelijk om met ze mee te lachen. Mocht je je afvragen waar je dit kunt meeluisteren: je kunt naar hun website, Missiontozyxx.space, daar staan alle afleveringen. Je kunt ook checken op The Maximum Fun network…. of op Spotify, wat ik ervoor gebruik. Seizoen 3 is net klaar, maar er komt een 4e aan!

MTZS2Finale_web2.jpg
officiële artwork van de seizoensfinale van S2 van Mission to Zyxx, door Owen Freeman

 

Boeken·Films/TV·recensie

gedeelde inspiratie is dubbele inspiratie

PictureLang geleden toen de wereld nog jong was, schreef ik uitgebreide recensies over de boeken die ik las, en de series en films die ik keek. Eigenlijk doe ik dat al jaren niet meer, behalve een aantal regels op Goodreads.

Het nadeel daarvan is, is dat ik eigenlijk niet echt een plekje meer heb om te gushen als ik iets echt heel mooi/gaaf/inspirerend vind. En ik krijg echt die vraag nog wel van lezers en geinteresseerden: “waar haal je je inspiratie vandaan?”

Met die gedachte heb ik besloten om de aankomende tijd dingen met jullie te delen die mij in de afgelopen tijd (jaren/maanden/weken/dagen) in vuur en vlam hebben gezet.

Over de jaren ben ik namelijk steeds kritischer geworden op wat ik écht goed vind. Da’s een beetje het nadeel van het vak natuurlijk – als je zo bezig bent met schrijven en verhaalstructuren en motivaties en plotlijnen, dan zie je overduidelijk waar het mis gaat in de verhalen die je ziet of leest (of speelt, in het geval van games). Ik heb bij tijd en wijle zowat zitten schuimbekken als ik een verhaal shit zag eindigen nadat het zo veelbelovend begon (tv-series zoals Game of Thrones, of horror films als Hereditary). Oh, ik heb méningen over zulke situaties, en frustraties – zulke frustraties – als ik het fout zie gaan, maar daar gaan we het nu niet over hebben.

Ik wil de aankomende weken juist de media in het zonnetje zetten waarvan ik juichend ronddanste “JA! Zo moet het! Het kan dus toch! Kijk nou hoe briljant!”. Het soort waarvan je het ’t liefste van de daken zou willen toeteren hoe goed het is, en waarom het zo slim en passend en perfect is. Waarom je zo fucking genoten hebt. Want dat is het voordeel van het feit dat ik al zoveel gelezen, gezien en gespeeld heb – er is een hoop troep, want 90% van ALLES is troep – en dat is dat als je bij die 10% komt die dan wél perfect uitgevoerd is, dat dat zo speciaal is, dat het je oprecht even helemaal gelukkig maakt. Maar misschien moet ik dat even in de eerste persoon zeggen, want voor MIJ is dat in ieder geval zo. Geen idee hoe dat voor jou is 😉

Ik ga ook mijn best doen om wat dingen te benoemen die niet per se bij een groot publiek bekend zijn, en de aandacht zeker kunnen gebruiken. Tot dusverre heb ik een leuk lijstje van niet alleen boeken en tv-series, maar ook een paar audiodrama podcasts (een medium waarvan ik nauwelijk wist dat het bestond, tot voor een aantal maanden geleden).

Dit wordt de “hell yeah” serie. Ik kan niet wachten om al deze gave dingen met jullie te delen. 🙂