gewoon doorgaan·Prijs van water·Redigeren·schrijfretraite·Schrijven

over een betere schrijver worden

Zomer 2006, tijdens een vakantie in Frankrijk. Hier was ik een verhaal aan het schrijven dat ik Dead In The Water noemde. 🙂

Als mensen me vragen hoe lang ik al schrijf, dan vertel ik ze dat ik al zo lang schrijf als ik me kan herinneren. En dat klopt ook wel – op de basisschool schreef ik korte verhaaltjes en genoot ik van opstellen schrijven, maar op de middelbare school, toen ik een computer met Wordperfect 5.1 op mijn kamer kreeg, werd het een van mijn grootste hobbies. Ik schreef vanalles, over een massamoordenaar die het op tieners voorzien had, over een meisje met een buurjongen die haar plaagde, over een creepy opvangtehuis voor tieners waar medische experimenten op ze uitgevoerd werden… allerlei soorten verhalen, en dit zijn degenen die ik me kan herinneren. Er zijn er meer, maar ze zijn bijna allemaal verloren gegaan toen de harde schijf van mijn 486 crashte (*snik*). Ik heb alleen degenen nog die ik uitgeprint had. (Maak backups, jongens!)

In 2002, toen ik 22 was, ontdekte ik Nanowrimo en ging ik, na een paar jaar alleen geroleplayed te hebben, echt verhalen schrijven. Ik vatte het plan op om rond mijn 30e gepubliceerd te zijn. Deze verhalen heb ik wel allemaal nog, en het is heel bijzonder om ze terug te lezen – vooral omdat ik de rudimentaire sterke en zwakke punten er zo uit kan halen.

Ik kan kristalhelder zien waar ik verbeterd ben (met name show don’t tell, actiescenes) en waar mijn inherente kracht zat (dialogen, personages). Het is echt alsof je naar het verleden kijkt als je een oud verhaal terugleest. Ik herken frases uit liedjes terug in hoofdstuktitels, of namen die ik aan personages heb gegeven om een bepaalde reden, of thema’s waar ik toen veel mee bezig was. Het is super grappig om te zien. Gaan die verhalen nog het levenslicht zien? Misschien.

Ze zijn vooral super belangrijk geweest in mijn pad naar de schrijver die ik nu ben. Mijn proeflezers zijn nu bezig met de alpha versie van De prijs van water, een non-stop ademloos actieverhaal. En ja de proza is but en er zitten een aantal structurele zaken ik waar ik nu aan zit te sleutelen, maar ik ben ook heel erg trots. Want een actieverhaal als dit? Die had ik in 2002 echt niet kunnen schrijven.

Het goeie nieuws: er zit dus vooruitgang in! (ik bedoel, ik heb mijn 10.000 uur echt wel gemaakt hoor, en ook wel FLINK meer dan dat!)

Het deed me echter wel nadenken over wat er nou voor gezorgd heeft dat ik mezelf heb kunnen verbeteren. En hier komen ze, in willekeurige volgorde:

  • oefenen, oefenen, oefenen! – meters maken! schrijven, kreng! buiten wordcount doelen, stel ik mezelf ook schrijfdoelen om me uit te dagen. ‘schrijf eens iets sferisch, verstilds’, of ‘schrijf een scene over iets waar je TOTAAL niet comfortabel mee bent, zoals een marteling’ of ‘schrijf eens een keertje een horrorverhaal’. Als je dingen niet uitprobeert, dan kun je de meters niet maken.
  • de feedback van proeflezers, redacteuren en juryleden – dankzij mijn allerliefste schrijfgroepje, maar ook proeflezers en natuurlijk mijn lieve redacteuren (soms ook niet zo lief, vooral als ik nét de feedback heb gehad) heb ik verhalen geherstructureerd, scenes herschreven, concepten geschrapt. ik heb ze soms ook hard genegeerd en lekker mijn eigen zin gedaan, maar de hoeveelheid keren dat ze precies de vinger wisten te leggen op iets wat me onderbewust dwars zat, is best heel groot.
  • praten met lezers – het is zo bijzonder om te zien waar lezers op “pingen”. Scenes of concepten die ik heel belangrijk of controversieel vond, worden geaccepteerd zonder veel commentaar (we kijken naar jou, seks-scene in de proloog van Bloed & Scherven!), en andere opmerkingen of concepten worden als “geweldig!” aangehaald. En dan zijn er de personages, dat vind ik nog wel het boeiendste. Als ik lezers vraag naar hun favoriete personage in de Lentagonserie, dan krijg ik steeds verschillende antwoorden. Zo bijzonder! Ik ben altijd super bang dat het overduidelijk is voor de lezers wie mijn favoriet is, maar blijkbaar is dat niet het geval. En wat betreft de favorieten van lezers… er is letterlijk niet te voorspellen waar lezers zich mee identificeren.  Dat heeft me wel een hoop geleerd – ik kan niet beslissen wat jij van mijn boek gaat vinden. En aan de ene kant is dat doodeng, maar aan de andere kant is dat ook wel bevrijdend. Ik kan niet iedereen plezieren, maar mensen halen ook plezier uit dingen waar ik nooit op gerekend had. Het werkt dus twee kanten op!

Soms hoor ik wel eens “ja, jij hebt gewoon talent”. Ik vind dat altijd onzin, want oh mijn god heb ik UREN gemaakt wat schrijven betreft – en dan ben ik nog, weet ik veel, netaan bovengemiddeld hoop ik. Ik heb keihard gewerkt om hier te komen.

Ook heb ik super veel te danken aan anderen. Proefleeshulp, aanmoediging, redactie, commentaren. Ik ben er nog lang niet, leren blijf ik altijd wel doen. Maar tegelijkertijd begin ik ook op het punt te komen dat ik ook anderen kan gaan helpen. Ik snap verhaalstructuren, story arcs. Ik snap personages héél goed.

Toen Cocky me in 2017 vroeg of ik voor Zilverspoor/Zilverbron wilde gaan redigeren, dacht ik nog: “Ik? Dat kan ik nooit!” En nu heb ik meerdere trajecten tegelijkertijd lopen en denk ik soms wel eens dat ik inmiddels een betere editor ben dan schrijfster. Het kan verkeren 🙂

Ik kijk er heel erg naar uit om in November met Corina tijdens ons Fantastische Schrijfweekend mensen te helpen met hun eigen schrijfproces en ze helpen beter te worden, zoals ik ook geholpen ben. En ze aan te moedigen om te schrijven, zoals ik ook gedaan heb.

Zo kan ik iets terug doen 🙂