Schrijven·Vuur en Vergankelijkheid

nog een paar uurtjes

Oh jongens, spannend is dat he? 31 oktober is in mijn casa al jarenlang een zenuwachtige dag. Al twaalf jaar tel ik af tot middernacht, zodat ik dan mijn eerste woorden op papier kan zetten voor Nanowrimo.

Ieder jaar zijn daar weer die zenuwen of het me wel gaat lukken, of mijn verhaal wel leuk genoeg is om eraan door te schrijven, of ik wel genoeg tijd ga hebben, genoeg motivatie, of mijn plot en mijn personages wel vertrouwd genoeg zijn… je zou zeggen dat het met de jaren gemakkelijker wordt, maar dat wordt het klaarblijkelijk dus niet.

Vooral nu ik voor het eerst in lange tijd met compleet nieuwe personages op pad gaan. Dannil, Nathan en Iris, dat zijn ze. Snap ik ze wel genoeg – begrijp ik hun motivaties en reacties? Kan ik hun stemmen horen? Rammelt mijn plot niet aan alle kanten? Heb ik na vier dagen RPen op Indiecon nog wel genoeg fut om verder te schrijven? Is dit het jaar dat ik faal?

Ergens na middernacht ga ik dat google drive bestand vullen met woorden. We zien vanzelf wel of ik de 50K haal. (ik moet niet zeuren, ik weet dat ik het op mijn sloffen kan redden, het is niet eens meer een kwestie van trots) We zien vanzelf wel of ze goed zijn. (dat is belangrijker, denk ik. ik hoop dat dit geen teleurstelling wordt).

We gaan het merken. Nog een paar uurtjes.

Algemeen·Stof en Schitteringen

de hebban fantasy awards

8eToen Hebban Fantasy de shortlist bekend maakte voor de Hebban Fantasy Awards met de top 5 boeken die doorgingen, was ik eigenlijk alleen maar bezig met het feit dat mijn collega Jolien Tonnon in de shortlist stond. Zo spannend, zou ze winnen?

Helaas heb ik afgelopen weekend de plaag mee teruggenomen van FACTS in Gent, dus ik moest de daadwerkelijke uitreiking missen – ik zat op de bank met een kop thee en een dekentje over me heen. Jammer hoor, want de uitreiking was nog praktisch bij me om de hoek ook.

Maar het nieuws bereikte me gisteravond snel genoeg: Martijn Adelmund & Iris Compiet wonnen de Hebban Fantasy award. Ik heb hun boek Heksenwaan niet gelezen, maar ik gun het ze van harte! Jolien’s Aiya’s Strijd werd tweede. Wat ongelofelijk goed! 🙂

Cocky van Dijk was wel bij de uitreiking, en die rapporteerde dat Jolien’s runner-up prijs niet het enige goede nieuws was: de uitslag voor team Zilverspoor/Zilverbron was nog veel beter:

“Op 6 Spiegelgeest van Cocky van Dijk
Op 7 Het derde verbond van Liane Baltus
Op 8 Stof en schitteringen van Kelly van der Laan
Op 10 Gabriël van Bianca Schepel”

Go team Zilver! Gefeliciteerd allemaal, jullie hebben het verdiend! Wat een goeie uitslag zeg, met vijf boeken in de top 10!

Het fotobewijs is ietwat wazig, maar mijn boek staat daar dus echt. Ik ben 8e geworden, dankzij jullie stemmen. Bedankt voor de eer, bedankt voor de liefde. Ik had er helemaal niets van verwacht en vond de nominatie al fantastisch, maar om ook nog eens in de top 10 geëindigd te zijn is briljant.

Cheers jongens! ❤

Nanowrimo·Schrijven·Vuur en Vergankelijkheid

inspiratie voor nanowrimo

10687117_10152612541999299_6204440739000161855_nAfgelopen zomer heb ik “Bloed en Scherven” aan een aantal van mijn vrienden gegeven, zodat ze de alpha versie van het boek konden doorlezen en er commentaar op konden leveren. Het proeflezen is een belangrijk onderdeel van mijn schrijfproces. Misschien komt er ooit een dag dat ik dit niet meer doe, maar voorlopig zal dit altijd een ding blijven. Simpelweg omdat ik zo veel geniet van het uitwisselen van ideeën over mijn verhaal; een stukje creativiteit dat loskomt als je samen met een ander persoon aan het brainstormen bent. Heerlijk vind ik dat. Soms laat ik de opmerkingen van de proeflezer naast me liggen, en soms… heel soms… dan krijg ik er Ideeën van. Met een hoofdletter I.

Een belangrijk deel van het plot “Bloed en Scherven” wordt gevoed door de soms-koude-soms-hete (en nu dus weer hete) oorlog tussen Parsia en Jediah. Mijn vriendin Kat vroeg me: hoe is dat conflict destijds ontstaan?

Ik antwoordde haar dat het voor het verhaal niet uitmaakte, net zoals al die oude conflicten die je overal ter wereld ziet. Door jaren, decennia, soms zelfs eeuwen haat en wantrouwen te recyclen, maakt het niet meer uit wie er destijds ‘begonnen’ is. Beide naties, beide groepen inwoners van deze landen zijn even schuldig. Iedereen heeft meegewerkt aan de tragedie die erop volgde.

Maar zij wilde het weten. Wie is er begonnen? Hoe is dit ontstaan?

En ja hoor, daar ging ik. Ik ben gaan nadenken over het ‘ontstaan’ van het conflict.  Ja, Jediah en Parsia zijn altijd al economisch en technologisch competitief geweest. Ze hebben nooit harmonieus samengeleefd. Maar wat veroorzaakte nu de oorlog? Waarom is het tot schieten en bombarderen gekomen? Het lijkt erop dat het antwoord op deze vraag in Surral ligt, en daarom gaat dit verhaal zich voor een vrij groot deel in Surral afspelen.

Wat betreft de personages; daar had ik al jaren een vagelijk plotidee voor liggen; ik wilde al jaren iets doen met opa en oma Lentan – hoe is het zo gekomen dat opa Lentan in Parsia terechtgekomen is, en een gezinnetje stichtte met een Parsiaanse? Wat lag ten grondslag aan die relatie? Nou, die twee concepten heb ik gecombineerd. Ja, we ontmoeten opa en oma Lentan. Ja, we zien het begin van de oorlog. Wordt het een klassiek liefdesverhaal? Bepaald niet. Ik ga heel veel lol hebben met de personages in dit verhaal. Rebelse Iris (Seamon heeft zijn passie en zijn politieke inslag van zijn oma), Nathan met zijn verleden in Jediah, en dan is er ook nog Dannil, het Surralische genie die we in de mix gooien. De werktitel van het verhaal is Vuur en Vergankelijkheid.

Ik ga er tijdens Nanowrimo mee aan de slag – ik kan niet wachten.

 

(Doe jij ook mee met Nanowrimo? Zoek me daar op, mijn accountnaam is Lanfir Leah!)

Algemeen·Stof en Schitteringen

reacties op recensies

recensiesAfgelopen week publiceerde Fantasyboeken.org een column van Rianne Werring, met als tagline: Reageer meer! Ik las het met veel interesse, omdat ik natuurlijk als schrijver van te recenseren boeken aan de andere kant van de tafel zit. Ik kan me haar uitgangspunt goed voorstellen; juist omdat recenseren zo subjectief is, zou je als recensent graag een reactie willen zien van de schrijver – wat die van de recensie denkt, welke stukken zij of hij gemist heeft in het boek, hoe de ervaring nog verrijkt kan worden. Ik snap helemaal wat ze bedoelt, want in dialoog met de schrijver kan de recensent nog veel dieper op een boek ingaan en gavere inzichten krijgen en delen met de rest van de wereld.

Ik moet echter toegeven dat ik over deze column een paar dagen heb moeten nadenken, want mijn eerste instinct is dat reageren op een recensie een ongelofelijke faux-pas is, vooral als hij een erg ‘meh’ gevoel geeft. Moet je nu echt gaan protesteren als iemand je visie niet ziet… of erger nog, niet snapt? Als er gecommuniceerd wordt, en het bericht niet doorkomt, is dat dan de ‘schuld’ van de zender of van de ontvanger? Had je dan niet als schrijver beter moeten communiceren? Of moet je het gewoon laten gaan? Als schrijver heb je absoluut geen controle over wat voor gevoelens de lezer bij je verhaal krijgt; of de associaties die het opwekt.

Dit heb ik al gemerkt tijdens de verhalen die ik schreef voor Fantastels: in het juryrapport van mijn eerste inzending in 2011 werd er door het ene juryrapport opgemerkt dat de relatie tussen de twee broers geforceerd aanvoelde en dat hun dialogen ietwat houterig waren, en het andere jurylid genoot van de dialogen en hoe Logan en Jamie echt als broers aandeden. Dit was in hetzelfde juryrapport! Uitgaande van precies hetzelfde materiaal, werden dezelfde zinnen op compleet verschillende manieren geïnterpreteerd. Hier kan je als schrijver zo weinig aan doen.

Met de recensies voor Stof en Schitteringen heb ik tot dusverre geluk gehad, maar zelfs hier merkte ik dat sommige dingen wat polariserend werkten: het drugsgebruik van de personages werd door de ene recensente als ietwat afstotend ervaren, terwijl de ander het juist wel leuk vond omdat het ’t verhaal een wat rauwer randje geeft. En ik als schrijver? Ik moet lachen, want het gebruik van partydrugs in het verhaal is voor mij helemaal niet zo belangrijk, buiten het feit dat het een onderdeel is van de hedonistische in-het-nu-levende levenshouding die Joy en Valeria met elkaar delen en wat in eerste instantie de hoeksteen van hun vriendschap is. (De échte reden waarom de personages zo aan de drugs zitten? Dat is omdat ik 39 graden koorts had toen ik de first draft van het verhaal schreef. Dat is ook de reden waarom nevel je mond doet tintelen – dat was de trachitol die ik toen voor mijn ontstoken keel aan het slikken was. Ahem!)

Veel interessanter zijn de reacties die er komen op de verhouding tussen Joy en Seamon. Het kost me echt moeite om hier mijn mond niet over open te doen, want oh, ik heb hele uitgesproken ideeën bij deze relatie. Ik weet alleen niet of het aan mij is om hier iets over te zeggen, want weet je, op het moment dat je verhaal de wijde wereld in gaat – op het moment dat het gepubliceerd wordt… dan is het verhaal niet meer van jou.

Dan is het eigendom van de lezer, die zijn of haar eigen gevoelens en ideeën heeft over het verhaal, en die zijn net zo valide (of misschien nog wel meer) als wat jij erover kan zeggen. Je kan alleen maar hopen en bidden dat er weinig verloren is gegaan in de communicatie tussen jou en de lezer, en dat zij of hij snapt wat je bedoelt. Ik heb er afgelopen februari al over geblogd, want het is een heel interessant spanningsveld, tussen schrijver en lezer. Of tussen schrijver en recensent. Moet ik echt met je in discussie gaan? Wil je écht wel weten wat ik ervan vind? Is mijn mening over het verhaal meer valide dan die van jou?

Ik weet het niet.

Maar dat gezegd hebbende…. wil je écht weten wat ik denk over de relatie tussen Joy en Seamon? Kom dan maar op! 😀

Fantastels·Schrijven

fantastels 2014

Ik ken een hoop mensen die, net als ik, ook verhalen schrijven. Dit heeft een paar grote voordelen. Een ervan is dat je samen kunt plotten, elkaar ideeën kunt geven, feedback geven, en samen genieten van de werelden die je schept – lang voordat anderen die kunnen betreden. Dat is fantastisch!

Ook kun je elkaar helpen met verhalen; proeflezen voor manuscripten en verhalenwedstrijden bijvoorbeeld. Ik doe dat ontzettend graag, want het geeft me de gelegenheid om een van de eersten te zijn die waanzinnig gave werelden van anderen kan ontdekken, om de schrijver een hart onder de riem te steken dat dit écht wel verdomd veel potentieel heeft, maar ook om te helpen het verhaal en de wereld te polijsten door kritische vragen te stellen en soms suggesties te geven. Die samenwerking, daar geniet ik van, met volle teugen. Laat mij maar meegenieten tijdens de alpha versie van het verhaal; ik laat met liefde alles vallen om je te helpen.

Het nádeel echter, is dat wanneer je dat doet bij verhalenwedstrijden, dat je dan door dat proeflezen een heel accuut idee hebt van hoe sterk de competitie is. Misschien had ik dat liever niet willen weten, want hoewel ik zelf  vierkant achter mijn eigen ingestuurde verhaal sta, weet ik het zeker:  Fantastels 2014 gaat een flinke kluif worden! En mijn verhaal dit jaar is qua sfeer en opzet wéér compleet anders dan vorige jaren, weer een experiment.  Het is dus afwachten hoe de jury erop reageert, en of mijn hart breekt als ze mijn verhaal niet waarderen. (spoiler alert: dat gaat totaal gebeuren, want ik heb weer eens flinke feels bij mijn verhaal).

En nu kan je honderd keer zeggen dat ik vorig jaar toch al gewonnen heb (en verder nog twee top-tien noteringen) en dus niets meer hoef te bewijzen, maar mijn sterrenbeeld is Leeuw en ik heb dus meer trots dan goed voor me is. Het is heel duaal. Ik ben supertrots op mijn vrienden en schrijfcollega’s die keihard gaan rocken in de lijsten, maar stiekem zou je bijna niet willen dat ze meedoen, want dat betekent dat de competitie alleen maar zwaarder wordt. Stom he? 😀

Nou ja, ik kan in ieder geval al zeggen dat de jury gaat GENIETEN dit jaar; want ik heb de beste verhalen al gelezen en ze zijn fantastisch. 🙂

En voor iedereen die onderdeel is van de competitie… have fun, schrijfze, trek je niets aan van de competitie, geniet van je proces… en we zien elkaar op de uitreiking in de lente! 😀