Fantastels·gewoon doorgaan

EDGE.ZERO – de beste verhalen van 2016

51u9zgzsz0l-_sx331_bo1204203200_Edge Zero is een initiatief van Peter Kaptein en Mike Jansen om de beste, meest spraakmakende en interessante verhalen van 2016 van Nederlandstalige schrijvers onder de aandacht van een zo groot mogelijk publiek te brengen. Schrijvers worden aangemoedigd om de verhalen die ze het afgelopen jaar naar verhalenwedstrijden ingezonden hebben, in te sturen naar Edge Zero; onafhankelijk van hoe goed ze het gedaan hebben. De Edge Zero jury/selectiecommissie kiest vervolgens via twee selectierondes de beste verhalen, die vervolgens gepubliceerd (en zelfs betaald!) worden.

Afgelopen lente vroeg Mike mij of ik plaats wilde nemen in de Edge Zero jury. “Lekker slush pile lezen,” zei hij nog, en ik dacht: dat doe ik wel even. Ahem. Such a sweet summer child I was. 😉

Edge Zero was mijn grote project van afgelopen zomer. Het kostte even wat meer tijd dan ik dacht, maar het was het wel waard. Er waren 139 verhalen ingestuurd, die in eerste instantie door een slush pile ronde heen moesten komen – en dan een tweede ronde, met een diepere beoordeling. De 20 beste verhalen kwamen in de bundel terecht.

Ik had ook een verhaal ingestuurd, (wat ik uiteraard niet zelf mocht beoordelen), maar die ga je helaas niet in de bundel vinden… hij is de eerste ronde doorgekomen maar heeft het niet tot de bundel gered. Boeh! Blijkt dat ik iets in het verhaal zag wat anderen er niet in zagen, maar niet iedereen heeft mijn goede smaak, blijkt maar weer. Nouja, volgende keer beter. 😉

Alle gepubliceerde auteurs: heel erg gefeliciteerd! Jullie verdienen het!! Er staan wat prachtverhalen tussen, dus ik raad iedereen zeker aan om te gaan lezen. De losse verhalen zijn te lezen op de Edge Zero website, maar je kunt de bundel ook kopen via Amazon.

Wat er niet op de Edge Zero website gepost is (tenminste, daar heb ik hem nog niet gezien, kan zijn dat ik een beetje scheel ben, sluit ik niet uit), is het voorwoord voor de verhalenbundel. Deze heb ik mogen schrijven. Ik heb heel lang zitten nadenken wat ik zou willen zeggen, want dit was mijn kans om iets in publiek te zeggen over “de staat van de Nederlandse genre literatuur”. Net als heel schrijvend Nederland, heb ook ik daar meningen over. Opgepast, een paar hele eerlijke en rake woorden hier. Ze komen recht uit mijn hart.

Er is de afgelopen jaren veel gezegd en geschreven over “de staat van de Nederlandse genreliteratuur”. Ieder jaar, in de lente, na de uitreiking van verhalenwedstrijden is er een jurylid, een inzender van korte verhalen, of een betrokkene, die in de pen klimt (of het toetsenbord) om een mening de wereld in te slingeren over hoe de Nederlandse markt voor Science Fiction, Fantasy en Horror erbij staat. (Alsof het een plantje is). Er wordt gekeken naar de internationale markt, naar de “grote namen”, en er wordt vergeleken. De vergelijking valt ieder jaar in ons nadeel uit. Ieder jaar wordt er dramatisch gezucht dat er geen kwaliteit in de Nederlandse (en Belgische) genreliteratuur te vinden is. Er is geen originaliteit, er is geen passie, er is niets baanbrekends. En laten we over de staat van de grammatica en het proza maar niet eens spreken.

Ik vraag me in dat geval af in hoeverre deze meningslingeraars deze verhalen daadwerkelijk gelezen hebben. Ja, natuurlijk zitten er een hoop verhalen tussen die niet goed genoeg zijn. De vuistregel is immers dat negentig procent van alles pure troep is. Maar die tien procent van de verhalen die wél goed zijn, die ruwe diamantjes die met een beetje liefde, proeflezen en redactie opgepoetst kunnen worden tot iets wat de lezers kan beroeren?

In veel gevallen zullen die nooit gezien worden. Soms sneuvelen ze in het peloton, omdat de juryleden nu eenmaal gruwelijk subjectief zijn, en smaken kunnen radicaal verschillen. Wat de een tot tranen roert kan de ander tenslotte compleet ijskoud laten. Soms redden de juweelverhalen het tot de top tien, maar blijft het verhaal vervolgens op de plank liggen omdat de auteur het niet publiceert.

De redenen zijn ontzettend uiteenlopend en het speelveld is zoveel breder dan de meesten denken. Als lid van de selectiecommissie van Edge Zero heb ik dit jaar een hoop verhalen onder ogen gekregen, meer dan ik als jurylid van Fantastels destijds ooit gelezen heb. Onder tijdsdruk en het mom van slushpile-lezen heb ik verhalen moeten afwijzen waar wellicht nog potentieel in zat. Helaas, want er kunnen maar zoveel verhalen in de bundel komen te staan. Het goede nieuws is dat ik die goede verhalen wel gezien heb. Er ís potentieel in de geesten en de toetsenborden van de Nederlandse en Belgische SF/F/H-schrijvers. Ik heb het gezien, en de mooiste verhalen van het afgelopen jaar zijn gebundeld in deze editie van Edge Zero. Nouja, subjectief gezien natuurlijk, want ook deze selectiecommissie is het met elkaar flink oneens geweest.

En nu vind je ze hier, in deze bundel. Neem eens de tijd om deze bloemlezing van fantastische verhalen te lezen, en wees lekker subjectief. Dat mag je zijn, als lezer. Als jurylid ook.

Maar laten we ons vooral ook focussen op de positieve punten, op initiatieven als Edge Zero. Laten we de staat van de Nederlandse en Vlaamse verbeeldingsliteratuur samen verbeteren, in plaats van ons af te spiegelen aan een markt die veel groter en volwassener is. Laten we schrijven, laten we lezen, laten we genieten. Laten we teruggaan naar de basis van de creatie en de verwondering en van daaruit sterker worden. Er is niets dat zegt dat we niet kunnen leren, dat we zelf niet in onze kracht kunnen staan en elkaar vooruit kunnen helpen. Door constructief commentaar te leveren, maar vooral ook door zelf te schrijven en de tijd te nemen om fantastische verhalen zoals die in deze bundel te lezen. Laten we hier beginnen. De organisatoren en selectiecommissie leden van Edge Zero hopen dat je zal genieten!

Dus. 😀