Schrijven

korte verhalen vs boeken schrijven

Kort-verhaalAls schrijver krijg je vaak de vraag gesteld: wat schrijf je liever, korte verhalen of volledige boeken? Ik las vandaag een blogje van Vanessa Gerrits hierover, en tijdens het panel op de Harland Awards werd die vraag me ook al gesteld. Het is een interessante vraag, en eentje waarbij ik echt even goed moest nadenken om die vraag te beantwoorden.

Verhalen schrijven en boeken schrijven vereisen namelijk een compleet andere techniek; waar een kortverhaal een kop-midden-staart en een conflict+resolutie moet bevatten, een hoofd plotlijn en misschien nog een subje, als je tijd hebt, en je heel economisch moet schrijven om de wereld op te zetten, de lezer te laten geven om te personages en het conflict óók nog eens op te lossen… is een hele roman hele andere koek. Je hebt meer de tijd om de wereld en de personages te beschrijven, ze ontwikkelingen te laten doormaken, maar je hebt ook te maken met uitgedieptere conflicten, consequenties, meerdere plotlijnen die je al dan niet met elkaar moet vervlechten, gedetailleerdere uitwerkingen… ja, het is toch echt een heel ander beestje. Eigenlijk bestaat een boek uit een aantal verhalen, die samen de grotere narrative maken.

Maar de grap is eigenlijk dat in de basis het allemaal niet zo veel uitmaakt. Je moet een verhaal vertellen, en dat verhaal moet klóppen. Het is de uitvoering die het verschil maakt, niet het schrijven zelf. Want je moet sowieso altijd een goed conflict neerzetten, een bevredigende resolutie (ofwel emotioneel, ofwel logistiek/plotmatig, het liefste allebei), mooie ronde personages schetsen, een ontwikkeling neerzetten, en gewoon ervoor zorgen dat je de lezer vervoert met jouw verhaal. In essentie zijn de tools die je toepast om een goed verhaal te vertellen, nog steeds hetzelfde.

Het is een beetje het verschil tussen een sprintje trekken of een marathon rennen. In beide gevallen ben je aan het rennen, maar de manier waarop verschilt nogal. De hardloper zal vast een voorkeur hebben, maar ik als schrijver heb dat eigenlijk niet echt. Het hangt van het verhaal af, in mijn geval.

Ik heb eens in de zoveel tijd een idee wat ik gaaf vind en dat ik uit wil schrijven. (Niet zo vaak als ik zou willen – hoe doen sommige mensen dat, plotideeën uitbraken alsof het niets is?! Ik heb misschien twee/drie interessante ideeën per jaar)

Instinctief weet ik dan al wat de vorm gaat worden van dat verhaal: of het een boek of een korter verhaal wordt, is eigenlijk nooit een vraag. Die realisatie komt mee met het idee. En beide vormen hebben hun voordelen, maar het verhaal vraagt bij mij ook om een bepaalde vorm.

Het is soms fijn om er binnen een avond, of een week tijd, een verhaal uit te knallen. Dan moet je iets van het hart, of ik wil iets beschrijven, en dan ben je gauw klaar. Nog een beetje redigeren, straktrekken, nuanceren en verduidelijken… fini! Ik vind dat persoonlijk heel prettig, ik hou wel van een vluggertje 😉

Maar een boek schrijven, de commitment, het je compleet kunnen onderdompelen in een wereld, de personages, het plot, en oh hoe het allemaal straks klópt en heb je díe foreshadowing gezien, en dát stuk dialoog, en het einde brengt alles samen en je zit in de auto te janken als je nadenkt over de personage-ontwikkeling en wat je je arme baby’s aandoet… dat is iets heel, heel bijzonders. Op een roman kan ik helemaal stukgaan, juist omdat die hartsverbintenis in dat lange schrijfproces zoveel intenser is. En dat is soms verschrikkelijk, maar meestal is dat juist fantastisch.

(Hm, misschien werkt de metafoor van een one night stand vs een lange relatie hier nog beter dan een sprintje vs een marathon.)

Dat gezegd hebbende, denk ik dat er nog een zuster verhaal aan zit te komen voor ‘Extracurriculaire activiteiten‘. Want soms als je romans schrijft, dan heb je een paar korte verhalen nodig om van te voren of tijdens het schrijfproces de wereld te verder te kunnen verkennen. Tenminste, ik wel.

En zo blijven we bezig 🙂

Boeken·recensie·Redigeren·zilverspoor

bloedengel, van rosalynd randolph

Een van de redenen waarom ik in de maanden februari en maart zo stil ben geweest, is omdat ik druk bezig geweest ben met het redigeren van twee romans – niet mijn eigen boeken, maar twee andere prachtboeken. Een van de twee is nog in wording (releasedatum is in mei), maar de ander – die ik hier bij deze met gepaste trots aan jullie presenteer – ziet op Elfia Haarzuilens het levenslicht.

Dat is Bloedengel, het nieuwe boek van Rosalynd Randolph. Tijdens een fantastische samenwerking heb ik Rosalynd mogen helpen om de laatste puntjes op de i te zetten wat betreft haar verhaal. Om heel eerlijk te zijn: ze had me weinig nodig, wat een klasseverhaal heeft ze geschreven! Ik hoefde maar een paar kleine nuances te suggereren, veel meer had ze niet nodig.

Rosalynd is een geweldig auteur die ik al persoonlijk kende omdat ze, naast dat ze een Zilvercollega is, jurylid is bij Fantastels (en twee super schattige hondjes heeft die ze soms meeneemt naar beurzen), maar haar oudere werk had ik nog niet gelezen. In haar nieuwe boek Bloedengel weet ze een urban fantasy setting te creërendie zó dicht bij de onze ligt, dat ik het moeilijk vind om het fantasy te noemen. Er bestaan toch succubi, demonen en engelen? Wat? Zo werkt het toch, om je ziel aan de duivel te verkopen? Het verhaal leest meer als een superspannende thriller, met zulk realistisch geschreven fantasy elementen, dat ik het eigenlijk moeilijk zou vinden om hem te typeren als fantasy. Ondanks dat het dat gewoon ís. (Ik ben niet zo goed met genres, zoals je al gemerkt had).

De personages zijn levendig, rijk, sarcastisch en tragisch en begrijpelijk tegelijkertijd. En leg daar de demonische en hemelse krachtmetingen nog bovenop, een proza dat leest als een trein, en je hebt een ontzettend goed boek in handen. Een echte page-turner. (Serieus, ik heb de eerste versie van dit verhaal al tijdens een vijf-uur-durende vliegreis van Gran Canaria naar Schiphol in één ruk uitgelezen, en dat was voor de redactie plaatsvond!)

Ik kan dit boek iedereen aanraden die houdt van spannende verhalen en die een powerstruggle tussen de hemel en de hel niet te versmaden vindt. Ik ben er zo eentje, jij ook? Haal dan Bloedengel op Elfia, en bedank me later maar. 😉

bloedengel

gewoon doorgaan·Schrijven·Vuur en Vergankelijkheid

vuur en verandering

download!Afgelopen Comic Con zat ik me op te vreten. Ik was zó dichtbij het vinden van een titel voor de prequel van de Lentagontrilogie, die het heel erg verdiende om een betere titel te krijgen dan ‘De Lentagon prequel’, maar het lag op het puntje van mijn tong en ik kon gewoon de juiste woorden niet vinden om de thema’s in het verhaal te omvatten.

De prequel van de Lentagon serie wordt een heel ander boek dan de andere Lentagon boeken. Waar die vol staan van cynisme, angst en juist vergankelijkheid, speelt dit boek zich zo’n zeventig jaar eerder af, in de technologische boom. Zoals wij de dot-com boom hadden, en de renaissance, is dit het verhaal waarin alles mogelijk lijkt. We staan op de vooravond van doorbraken, alles lijkt mogelijk. De wereld staat op de punt van een intense transformatie, dit is waar alles begint… dat gevoel gaat doorzingen in het hele verhaal. Maar hoe omvat je dat in de titel?

Nou, zo dus. De titel van de Lentagon prequel gaat ‘Vuur & verandering’ worden. Het kostte even, maar dit wordt ‘em. Hoera! Nu heb ik een naam om aan te refereren als ik erover vertel, erg fijn. En dat gaat binnenkort meer worden, want ik ga vanaf mei (als het wat rustiger wordt qua redactiewerkzaamheden voor Zilverspoort) weer schrijven. Het gaat beginnen! 😀

Dus om dat te vieren, omdat het Pasen is, en gewoon omdat het kan, wil ik bij deze een kortverhaal met jullie delen. Het is zo’n beetje de prequel van de prequel…. zo’n 95 jaar vóór de start van Stof & Schitteringen, en het is een kijkje in het vreemde talentgebaseerde caste-systeem van Jediah. En het is de origin-story van Stefan, een van de hoofdpersonen in het verhaal.

Interesse? HIER kun je hem vinden. En natuurlijk ook op de Downloads pagina.

Veel leesplezier!

Fantastels·gewoon doorgaan·Schrijven

fantastels verhalenwedstrijd 2016

IMG_20170402_150950Afgelopen weekend was Fantastels Verhalenwedstrijd 2016. Zoals jullie wel weten, ben ik een soort van ambassadeur voor de wedstrijd: na vier top 10 noteringen (en een winst) heb ik vorig jaar als jurylid mogen fungeren, wat ik echt heel erg leuk vond om te doen. Ik miste echter het schrijven en meedoen, dus voor 2016 ben ik weer in mijn metaforische pen geklommen en heb ik een verhaal ingezonden.

‘Uitgangen’ vond ik persoonlijk een van mijn beste werken – rauw, edgy, en een tikkeltje controversieel wat betreft het einde. De laatste duizend woorden heb ik geprobeerd om zowel beklemmend als tamelijk afschuwelijk neer te zetten. In tegenstelling tot andere jaren vond ik dit verhaal niet alleen op het moment van inzenden leuk, maar zelfs zo vlak voor de uitreiking. Ik had goede hoop!

Zal je net zien natuurlijk dat je op de rand van de tweede ronde struikelt. Het verhaal werd 28e. Waar het ene jurylid ermee wegliep (dank je wel voor je lovende woorden, Roos), vond het andere jurylid het einde te open, te depressief (boeh, Django, boeh!). En zo struikel je net in het peloton. Zo verdomde jammer. Ik baal er een beetje van, want dit verhaal is een van mijn favorieten.

Maarja, zo kan het verkeren natuurlijk. Ieder jaar daag ik mezelf uit om iets te schrijven dat origineel is, fris, experimenteel, en vooral ook iets wat ik nog nooit eerder gedaan heb. Juist omdat ik crazy shit in mijn verhalen doe, is daar altijd de mogelijkheid dat daar in de voorronde niet positief op gereageerd wordt. En aangezien je in de eerste ronde maar twee juryleden hebt die je verhaal beoordelen, is de kans aanzienlijk dat het niet lukt. In voorgaande jaren heb ik mazzel gehad… dit jaar duidelijk niet. Heel jammer.

Gelukkig was het wel nog steeds een hele leuke dag. Mijn vriendin Wendy Torenvliet schopte het met haar verhaal ‘Donkere Wolken’ namelijk maarliefst tot de 5e (!!) plaats (dus ik mag weer een I told you so zeggen, en wat trots putten uit het feit dat ik dit verhaal heb mogen redigeren, proeflezen en aanmoedigen), en ik mocht een praatje houden op het podium over hoe je een verhalenwedstrijd wint en wat het met je doet, en de dag was weer prima geregeld natuurlijk! Gefeliciteerd aan alle winnaars, het is jullie gegund!!

Fantastels is niets dan integriteit, enthousiasme, aanmoediging voor schrijvers en passie voor het vak. Een juweeltje voor het fantasygenre, en ik hoop dat het nog vele jaren blijft bestaan. In ieder geval volgend jaar nog, want ik plan natuurlijk revanche.

En ‘Uitgangen’? Nou, ik hoor dat Edge.Zero nog coole verhalen zoekt…