Sommigen van jullie die me op Facebook volgen, hebben er al hintjes van gezien, maar ik dacht dat het misschien leuk was om er ook even wat over te vertellen: mijn nanowrimo avontuur tot nu toe. Hoe gaat het nu eigenlijk?
Nou…. 😀
Op het moment van schrijven staat het wordcount van De waarde van bloed op 39201 woorden. Dus… best lekker, zou ik zeggen. Ik zit wel op dit moment op mijn welbekende vastloopmoment, dat altijd plaatsvindt rond de 35K, maar de ervaring leert dat als ik gewoon doorzet, dat ik er dan wel kom. Die 50K deze maand gaat wel lukken, daar heb ik alle vertrouwen in. Natuurlijk ben ik nog compleet aan het wauwelen, is de proza poep en heb ik géén idee wat het totale wordcount gaat worden want er moet nog zó veel gebeuren… maar het gaat lekker.
Leuke weetjes over deze Nanowrimo ervaring:
In het eerste weekend, waarin ik samenschreef met mijn schrijfmaatjes, was ik goed voor 10K. Dus dat was een vliegende start!
Binnen 5K (op de eerste dag dus) ging ik al off-script van mijn zo bloedig uitgeschreven outline voor het verhaal. (zucht)
Sergio is dit verhaal mijn favoriet, omdat hij zichzelf heerlijk uit situaties improviseert. Hij is pragmatisch, houdt het hoofd koel, is super competent… en is wat mij betreft op dit punt de MVP in het verhaal.
Monika behoudt haar titel als “meest brutale personage”, because lieve god haar manier van met antagonisten omgaan is om ze te belédigen.
Alle personages zijn meer getraumatiseerd van de gebeurtenissen in boek 1 dan ik initieel verwacht had, en ik ben een beetje boos op mezelf dat ik dat niet zag aankomen. (Dat is een van de redenen van de problemen met mijn outline).
Ik heb super veel lol met het (proberen te) vermenselijken van de antagonisten, die als kemphanen tegenover elkaar staan. (En mijn arme personages, die er tussen in vastzitten).
Ik ben heel blij dat ik Avatar: The Last Airbender (eindelijk) heb gekeken voordat ik verder schreef aan mijn eigen serie, want zo kan ik ervoor zorgen dat de elementmagie in mijn eigen serie toch anders blijft. En ik ben ook blij dat ik het gezien heb want MAN wat een fijne serie. Hell yeah, enzo.
Dus, dat tot dusverre. Hoe gaat Nanowrimo bij jullie? ❤
Whoo, derde post in de serie! Inmiddels is het niet heel erg “schuif aan bij mijn tuintafel”-weer meer, dus we hebben nu een knusse bank en een kop thee om samen op te zitten en te kletsen over schrijven. Ik heb zojuist mijn inzending voor de Harland Awards de deur uit gedaan, dus ik vind dat ik wel even wat kletsen verdien 😀
Op welk punt in je schrijfproces verzin je de titel voor je verhaal of je boek?
Goeie vraag, want dat wisselt heel erg! Soms is de titel het eerste wat ik weet van een verhaal, maar meestal werk ik met een werktitel die ik later aanpas naar iets wat ik beter vind werken. Stof & Schitteringen heeft bijvoorbeeld altijd al zo geheten, maar Bloed & Scherven is nog een tijdje Zand & Scherven geweest (wat ook niet slecht is, aangezien er belangrijke scenes op het strand plaatsvinden in dat boek), en Talent & Kristal is héél lang Talent & Terreur geweest. Pas enkele maanden voor de publicatie vond ik deze titel toch wat te heftig en heb ik hem afgezwakt. Dat was toen best een moeilijke beslissing, want aan de ene kant is die heftige titel wel precies wat er gaande is, maar aan de andere kant wilde ik mensen ook niet afschrikken. Vuur & Vergankelijkheid heeft bijna het hele schrijfproces heen en weer gepingpongd tussen de uiteindelijke titel (waar ik mee begonnen was) en Vuur & Verandering, die ik net zo goed vond werken. Het hing er echt vanaf op welk aspect ik wilde focussen, want het verhaal komt neer op het verbreken van de status quo en het creëren van de toekomst, hoe goed of slecht die ook zou zijn. Dus voor allebei is wat te zeggen – alleen Vergankelijkheid klinkt veel cooler, let’s be real 😀 Verloren Zielen daarentegen was heel gauw verzonnen, die tijdens een brainstormsessie met mijn schrijfmaatje en vriendin Brenda bedacht is. Die voelde meteen zo goed, dat ik er niets meer aan veranderd heb.
Met korte verhalen is het vergelijkbaar. Onze plaats in het universum, bijvoorbeeld, hebben we ingezonden naar een verhalenwedstrijd met een andere titel, genaamd Een tijdelijke oplossing. De jury had wat opmerkingen over de titel, en hoewel ik een tijdje zuur was over een verandering (de inspiratie voor de daadwerkelijke uitschrijving van het verhaal kwam uit een liedje met de frase ‘a temporary solution’ en die wilde ik niet loslaten), zijn co-auteur Corina en ik helemaal tevreden met wat het geworden is. Roze Water heette oorspronkelijk Een handvol goud, wat denk ik ook wel gewerkt zou hebben, maar klinkt ietsje minder exotisch. Bovendien focust het op de steekpenningen, en niet op de infectie – en ik wilde daar de aandacht op vestigen. Rode lantaarns heeft vanaf het begin zijn titel gehad, omdat het concept van de herdenkingsdag, de lantaarns en de rouw direct op een liedje genaamd “Red paper lanterns” is gebaseerd. Zoals je ziet, loopt het lekker uiteen! 🙂
Deel een zin of paragraaf van je schrijfsels waar je het meest trots op bent, en leg uit waarom.
Er zijn er meerderen die ik heel fijn vind, maar die zijn soms erg spoilerig. Dus laat ik deze delen – dit is een paragraaf uit Talent & Kristal:
‘De Lentagon is niet veilig,’ zei Sirka opeens. Haar stem was rauw en vol met emotie. ‘Er is niets veiligs aan het kristal en ik baal dat ik keer op keer deze verdomde discussie met mensen moet voeren. Het is geen kadootje, het is geen schild. Het is een mes zonder handvat en voor je het weet bloed je erop dood en voel je je er geweldig bij.’
Soms lees je een stuk tekst terug en dan wéét je dat je in de flow was, en dan zie je passages of dialogen waarvan je denkt: YES. Dit was sowieso een mooi moment – een moment waar Joy, Sirka én Seamon het roerend met elkaar eens waren, en samen een front tegen de buitenwereld vormden. (eat shit, Lemaire).
Heb je onlangs wat nieuws geprobeerd? (stijl, genre, perspectief, of iets anders?)
Bijna altijd – veel van mijn korte verhalen zijn uitdagingen voor mezelf geweest. Zo was Nachtdienst mijn uitdaging om een horrorverhaal te schrijven, en bij Zij die weggingen wilde ik iets met veel sfeer schrijven. Onlangs heb ik een kort verhaal geschreven (bijna het hele jaar mee bezig geweest, het is op het moment een beest van bijna 10K en whew, het is een PROJECT) waarbij ik met proza en stijl aan het experimenteren ben geweest.
Ik durf er nog niet zo veel over te vertellen, want spoilers misschien – ondanks dat ik m niet geschikt vind voor verhalenwedstrijden – maar wat ik wel kan zeggen, is dat ik de onstabiele mentale staat van de hoofdpersoon in de tekst, als stijlfiguur, wilde laten terugkomen. En volgens mij is dat gelukt. Volgens mij voelt het niet als een super herkenbaar verhaal van mij. (?) Er is me verteld dat ik een super opvallende, herkenbare stijl heb, dus het zou fijn zijn als ik daarvan weg kan stappen. Dat experiment is dit verhaal geworden. Het heeft nog een paar tweaks nodig, en het is echt SUPER bleak, maar missie geslaagd, denk ik zo 😀
Delen jullie ook je favoriete zinnen en titels en nieuwe experimenten? Ik hoor ze graag! 😀
we gaan er weer voor zitten! (disclaimer: dit is niet mijn tuintafel :D)
Vorige blogpost vertelde ik over een vragenlijst voor schrijvers die ik aan het afwerken was. Dit is deel 2 in die serie. Ik heb super veel lol met het nadenken over de vragen en de antwoorden met jullie delen, hoop dat dat voor jullie ook zo is 😉 Hier komt het volgende setje vragen. Schuif je weer aan bij mijn virtuele tuintafel?
Welk personage vind je het leukst om te schrijven?
Ik heb hier heel erg lang over na moeten denken, want ik houd van al mijn personagekinders. Uit de Lentagonserie was het ’t moeilijkst om te kiezen, maar ik denk uiteindelijk dat mijn favoriet Sirka is. (ze had serieuze competitie van Valeria, trouwens. En Joy, want die heeft de beste one-liners in de hele serie) Sirka is zo’n heerlijk geconflicteerd personage. Ze probeert zo hard het juiste te doen, maar als je tussen haar en haar doel in staat, dan is het jammer voor je, dan liegt, bedriegt en vecht ze tot je aan de kant staat. Ze liegt als een motherfucker om te krijgen wat ze hebben wil, en dat is een thema dat de hele serie terug blijft komen. En dat hele felle, nietsontziende, gecontrasteerd met haar liefhebbende hart, vind ik een ontzettend gaaf spanningsveld om in te spelen.
In de Paraisoserie had ik het meeste lol met Monika, zoals je in de vorige post al kon lezen. Monika Silva is 20 jaar oud en werkt als callcenter medewerkster bij Hydron – de (enige) waterleverancier van Paraiso (een woestijnstad). Ze haat haar werk en haar leven. Om bij te beunen is ze illegale drank aan het stoken en een van haar grootste afnemers is haar manager. En omdat je om drank te stoken een hoop water nodig hebt, is haar manager haar aan het matsen met haar waterrekening. Kwestie van tijd totdat dit misgaat, uiteraard… 😉
Van mijn korte verhalen heb ik denk ik het meeste plezier gehaald aan het schrijven van Reka, de hoofdpersoon van Roze Water. Die had een hele aparte stem, zo murwgeslagen door eerder trauma, dat het bijzonder was om haar te schrijven. Ik heb tot op de dag van vandaag zo met haar te doen.
Schrijf je liever korte scènes of verhalen, of liever langere verhalen/boeken?
Die vraag krijg ik vaker, maar ik beantwoord hem graag! Het fijne aan korte verhalen is dat je heel kort heel intens kunt gaan. Het zijn relatief korte projecten, alsof je een sprintje trekt. Helaas is het daarna klaar, en is er meestal geen reden meer om terug te keren naar die wereld of dat concept. (Tenzij je de League schrijft, want dat is op 2 novelles na zo’n 300K aan korte verhalen langs 1 tijdlijn)
Bij het schrijven van een novelle/boek heb je een veel langere adem. Dan ben je veel meer betrokken bij de personages, bij hun ontwikkeling. Het is een marathon, of, als je het in de term van relaties wil vatten: alsof je een huwelijk aangaat, ipv een one-night-stand.
Beide opties hebben zo hun voordelen. Ik vind allebei erg leuk. Dit jaar heb ik Prijs Van Water klaargemaakt voor de redactie (begint heel binnenkort), twee-en-een-half kort verhaal geschreven voor Waterloper verhalenwedstrijd, een kort verhaal wat een compleet stijl experiment is en waarschijnlijk niet geschikt voor inzendingen, en een laatste kort verhaal wat ik voor Harland/Hebban wil insturen. Dus zoals je ziet, lekker afwisselend! 🙂
Ben je een pantser of een plotter?
Ah, de eeuwige vraag. Plan je alles van te voren volledig uit, of hoop je maar dat het goedkomt als je begint te schrijven? Het blijkt dat ik er tussenin val. Ik werk mezelf door verschillende iteraties met mijn verhaal heen, en hoe verder ik in mijn verhaal (hoe hoger de versiegetallen worden), hoe strenger ik ga outlinen. Maar in de allereerste versie ben ik meer van de freeform.
Ik ben een Lawful Plantser – ik heb een aantal key points in mijn verhalen – zeker het einde / de eindconfrontatie is een van de dingen die vooraf vast staan. Ik schrijf van key point naar key point toe, en raak onderweg regelmatig verdwaald. Ik schrijf eigenlijk bijna altijd chronologisch, omdat ik dan mee ontwikkel met de personages.
En ja, ik gebruik zeker character bio’s (man, ik plan mijn personages beter dan mijn plot, haha!) en ik voel me personally attacked door de opmerking “has definitely taken personality tests for their characters”. Pffff. *schuift haar notitieboek weg met Myers-Briggs uitwerkingen, sterrenbeelden, enneagrammen, character arcs etc*
Als ik aan het herschrijven sla, dan word ik meer een Neutral Plotter, want dan ga ik kijken naar spanningsbogen en volgordes van gebeurtenissen en dergelijke. Maar dat is zeker niet mijn natuur. Als je mij het lekkerst wil laten schrijven, dan geef je me een concept van een geweldige scène tijdens de eindconfrontatie, en dan bouw ik mijn personages, mijn wereld en mijn plot daar omheen. Door schade en schande, en heel veel frustratie heen. Ik zou willen dat ik het anders kon. Door discipline en doorbijten omdat ik verdomme een deadline heb kom ik een heel eind, maar een echte Plotter zal ik wel nooit worden. 🙂
Onlangs vond ik op Tumblr een leuke lijst met vragen voor schrijvers. En aangezien dit mijn blog is en ik hier verondersteld word om over schrijven te babbelen, hebben jullie nu vast een idee wat er nu komt: ik ga proberen om een aantal van de asks te beantwoorden in een serie van blogposts. Waarom niet, toch? Het is een prachtige nazomeravond, schuif aan, pak een drankje naar keuze. Ik zet een kaarsje neer, en een kaasje/snackje. Laten we kletsen over schrijven. Klets vooral mee in de commentaren!
“Vertel ons over je huidige project(en) – waar gaat het over, hoe gaat ’t met de voortgang, en wat vind je er zo leuk aan?”
Ik heb op dit moment twee projecten lopen: de eerste is mijn kortverhaal voor de Harland/Hebban verhalenwedstrijd. Daarvan staat versie 1 nu in de steigers en is het een kwestie van redigeren tot hij goed genoeg is om in te sturen. Ik ben SUPER blij met het concept, de wereld, en het einde van het verhaal. Kan er helaas niets over zeggen, want de verhalenwedstrijd is anoniem 🙂
Mijn andere project op het moment is natuurlijk De Prijs Van Water, het eerste deel in de Paraiso serie. Ik wil “tweeluik” zeggen maar daar heb ik me eerder aan gebrand. Wat ik zo leuk vind aan deze serie is dat het heel anders is dan de Lentagon-serie qua vorm en verhaallijn (want OMG, actie-actie-actie), maar de personages spreken me heel erg aan. En ik had niet van te voren verwacht hoe die verhoudingen zouden liggen – ik had verwacht dat Ilsa het meest babbelige personage zou zijn, maar Kai is degene die me de oren van de kop kletst. (En Kai, lieve mensen, is een schatje. En zijn relatie met Ilsa? Oh man, die verhouding tussen die twee is heerlijk om te schrijven) En Monika doet me soms aan Valeria denken, op alle goeie manieren – qua haar pragmatisme. Monika is alleen veel ambitieuzer en komt van veel minder privilege, dus het voelt anders. Sergio is een heerlijke eikel, en zijn personageontwikkeling heb ik zo veel lol mee. En Xavi doet zo zijn best ❤
En dan de wereld. Oh, Paraiso. Wat een wereldstad, en wat een ongelofelijke tyfusbende 😀 Dus ja, wat vind ik er leuk aan? Alles 😀
“Wat is die ene scene die je eigenlijk altijd al had willen schrijven, maar wat zo veel gedoe is om qua context helemaal op te zetten dat je er nooit aan toegekomen bent?”
Joy die haar vader weer ontmoet. Ik heb twee versies van die ontmoeting uitgeschreven: de eerste in de ALLEREERSTE versie van Bloed & Scherven, waarin de serie eindigt met dat Joy een tell-all interview houdt met de media, en als ze uit de opnamestudio wegloopt, ze opgebeld wordt door haar vader. Dat was het einde van de serie, oorspronkelijk. Maar ik vond het mooier om met Sirka te eindigen, omdat het met haar begonnen was, en een dergelijke scene was overbodig.
En de andere versie van die confrontatie zat in een hele verhaallijn in Talent & Kristal waar Victor Harting zich aangesloten had bij de Jonge Radicalen, dat hij daar als een Edward Snowden ondergedoken was, maar het voegde uiteindelijk weinig toe aan het boek zelf. Ik heb er nog wel wat van liggen…
[context: Talent & Kristal, Hoofdstuk 7 – SPOILERS als je nog niet zo ver in de serie gekomen bent Joy is net in Zyx aangekomen en is in de hangar aan het ruziemaken met Seamon]
“Misschien is het handig als jullie dit later even privé bespreken,” zei iemand achter me. Een mannelijke stem. Hij klonk bekend; ik zou me moeten herinneren wie dit was, iemand van lang geleden die ik goed kende…
“Bemoei je er niet mee,” snierde ik terug zonder om te kijken.
“Joy,” zei Seamon, de uitdrukking op zijn gezicht verzachtend. Hij maakte een gebaar dat ik me om moest draaien en toen wist ik opeens wie er achter me stond.
Oh lieve goden.
Ik draaide me om en zonder zelfs maar op of om te kijken stortte ik me in de armen van mijn vader. “Pap,” snikte ik, opeens huilend tegen zijn borst. “Het spijt me zo.” Een jaar geleden had ik mijn ouderlijk huis verlaten omdat we ruzie hadden. Die ruzie van toen leek nu zo triviaal, zo verdomde kinderachtig. En het had ons beiden levens compleet overhoop gehaald… allemaal mijn schuld.
Hij omhelsde me stevig. “Meisje toch,” zei hij en natuurlijk was het zijn stem, natuurlijk had ik hem direct moeten herkennen. Dit was mijn váder. Hij rook nog steeds hetzelfde, naar die ene cologne die ik hem destijds op mijn dertiende van mijn zakgeld voor hem gekocht had, omdat ik vond dat hij modern moest ruiken. Inmiddels was de geur allang al niet meer modern, maar het feit dat hij het nog steeds droeg brak mijn hart in een miljoen stukjes. “Ik ben zo blij dat je veilig bent,” zei hij.
(hou er even rekening mee dat dit ruwe, ongeredigeerde tekst is – maar ik vond het wel leuk om dit te delen, dan heb je een beetje een idee)
Heb je verhalen met alternatieve versies? (plotdraden die je hebt laten vallen, AU’s (Alternate Universe) van je eigen werk?) Vertel eens!
Ik heb sommigen van mijn lezers wel eens verteld dat dankzij de redactieronde met Cocky het einde van Bloed & Scherven héél anders is geworden. Iemand die het ternauwernood overleefde, stierf in de originele versie een bloederige dood. Het was super hartbrekend, en voordat ik de alternatieve versie kon uitschrijven, heb ik even een paar flinke mentale hoepels door moeten springen. (400 kilometer in de auto nadenken over hoe ik dit kon aanvliegen hielpen daarbij). Uiteindelijk kan ik me niet meer voorstellen dat ik het ooit op die manier heb gedaan, want de versie die jullie gelezen hebben is veel eleganter in zijn uitwerking.
Ja, oh ja, ik heb een AU. Die zal de meesten van jullie niets zeggen, maar als je terugbladert naar mijn blog dan hoor je me kletsen over de League wereld, die ik samen met mijn vriendin Brenda gebouwd heb. En hoe we tijdens een etentje dachten: Hm, wat als? Dus toen bedachten we een scenario dat op de vierde wereldoorlog uitdraaide. En ik MOEST het schrijven. Het vrat aan mijn hersenen totdat ik het opschreef. En dat is denk ik de keer dat ik (behalve toen een week nadat ik Talent & Kristal afgeschreven had en tot wat realisaties kwam) het hardst heb zitten huilen om mijn eigen werk. Het was zó hartbrekend en zo afschuwelijk. Dat was, alles bij elkaar genomen, een verschrikkelijk slecht idee. (ben ik blij dat ik het uitgeschreven heb? ja/nee. Ja omdat het daarna wel uit mijn hoofd weg was. Nee omdat het écht niet leuk was. Aan de andere kant is het experiment: “Kan ik mezelf aan het grienen krijgen door mijn geliefde personages absoluut kapot te maken” compleet geslaagd. Dus dat dan wel weer) 2/10, zou niet aanraden. 😦
Sinds we door Corona al een half jaar thuiszitten en dus geen contact meer kunnen hebben met lezers op beurzen, heeft Zilverspoor het internet opgezocht om dit toch nog een beetje te kunnen bewerkstelligen. (We missen jullie!) En via About Books, auteurinterviews, Zilverfest en nog allerlei andere alternatieven, zijn we toch nog een beetje bij je.
Op 2 september mocht ik live te gast zijn bij About Books, de online uitzending van Uitgeverij Zilverspoor, waarin we kletsen over… nouja, boeken dus. Boeken van de uitgeverij, maar ook vooral mijn boeken (en ook die van Joris en Cocky). We hadden een supergezellige sessie waarin we kletsten over schrijven, over de Lentagon-serie, over Verloren Zielen, en mijn aankomende boekentweeluik, de Paraiso serie. En eigenlijk over vanalles en nogwat. Er kwamen ook leuke opmerkingen en vragen van lezers binnen, dus dat maakte het extra leuk.
Zin om de gezelligheid te herleven (of te Uitzending-Gemist-en)? Check dan de video hierboven. 🙂
De liefde voor thrillers en horror is mij, samen met gitaarmuziek, toen ik nog een kleine Kelly was, met de paplepel ingegoten. We keken alle enge TV series; The X-files, The Outer Limits, al die zut. Ik heb eigenlijk geen idee of mijn zusjes er ooit nachtmerries van kregen, maar ik had mezelf op mijn elfde al afgestompt voor enge verhalen met het volledige oeuvre van Stephen King en Dean Koontz. Ik heb over de jaren heel veel horror en thriller-verhalen geconsumeerd, want ik vind het heerlijk om lekker te griezelen.
En toch heb ik eigenlijk nooit echt een pur sang horrorverhaal geschreven, met paranormale elementen, een echt creepy verhaal. Eind 2018 heb ik dat veranderd, want met de prompt “Nachtwakers” voor de Godijn verhalenwedstrijd (waarvan ik de deadline natuurlijk finaal misliep) dacht ik opeens aan mijn bijbaantje toen ik nog studente was.
Ik draaide nachtdiensten – in mijn eentje, als zeventienjarige – op een meldkamer voor glasschades. Meest van de calls die ik aannam gingen over gesprongen riolen, verstopte afvoerputjes, kapotte cv-ketels en ingegooide ruiten bij de lokale shoarmaboer ergens in het land, waarna ik moest beoordelen of het ’t waard was om de monteur uit zijn bed te bellen. Anders zou de melding op maandagochtend meteen opgepakt worden. Het was een stil baantje, want ik zat alleen in het gebouw, met alleen de radio als gezelschap. (We praten hier 1997/1998, dus er was niet eens internet, jongens. Ik zat tijdens mijn nachtdiensten boeken te lezen, huiswerk te maken, en te pogen om niet in slaap te vallen. Het was best een leuke bijbaan, vooral die ene nacht dat het riool sprong in een van die grote flats in de Bijlmer, maar het was vooral eenzaam). Mijn enige aanspraak tijdens die lange, eenzame nachten was de nachtwaker, die ergens rond een uur of vier ’s nachts aanbelde om te controleren of alles in orde was.
Dus toen dacht ik: “Hoe kunnen we dat concept HEEL CREEPY maken?”
Dat is mijn korte verhaal Nachtdienst geworden. Een lekker horrorverhaal, dat doet denken als films als Paranormal Activity.
Hij schopte het tot de tiende plaats bij Waterloper verhalenwedstrijd en kreeg leuke recensies. Ik heb hem ook opgenomen in de Verloren Zielen verhalenbundel, en nu hoorde ik dit weekend dat hij óók opgenomen zal worden in de nieuwe Edge Zero editie, als een van de beste verhalen van 2019. Hoera, die kan in mijn zak steken!
Mocht je nieuwsgierig zijn: Edge Zero zal binnenkort beschikbaar komen (ik laat het je weten) – maar je kan hem uiteraard ook in Verloren Zielen lezen. Veel griezelplezier!
om je een beetje een idee te geven van de locatie 😉
Hoe vind je een winnaar voor je verjaardagswinactie? Nou, volgens mijn man moet ik dan online een online nummergenerator gebruiken.
Ik vond het echter veel leuker om de Jigglypuff beker ervoor te gebruiken die ik een paar jaar terug als geintje op Tomocon voor mijn man heb meegenomen , maar die inmiddels de meestgebruikte mok in ons huis is, want natuurlijk 😉
Dus ik heb de lieve felicitaties uit de comments opgepakt, op post-its geschreven, ze in de Jigglypuff beker gestopt, hard geschud, en een van de post-its eruit gepakt.
En je ziet het, Lisa, jij bent de gelukkige! Stuur je me je adresgegevens even?
Dan zorg ik dat jij wat verloren zieltjes kunt adopteren, liggen ze binnenkort bij je op de mat! ❤
Hiiii mensen, we zijn er weer: op de mooiste dag van het jaar! En da’s niet alleen omdat ik dan jarig ben, blijkbaar is het aangetoond, die het linkje, hihi. En net als Sinterklaas (serieus jongens, ik ben 40 geworden, ik voel me bijna net zo oud) geef ik op mijn verjaardag ook een kadootje weg.
Je kan mijn laatste boek, verhalenanthologie Verloren Zielen winnen! Meer informatie over dit boek vind je hier, maar als tipje van de sluier: dit boek bevat 12 fantasy/scifi/horror/etc verhalen, waaronder twee awardwinnende, en drie verhalen die zich afspelen in de wereld van de Lentagonserie.
Wat moet je daar voor doen? Niet zo veel eigenlijk. Wens me een fijne verjaardag in de comments bij deze post (niet op Facebook dus), en dan zorg ik dat ik lootjes trek en heel binnenkort de winnaar bekend maak. En dan valt het boek vanzelf bij je op de deurmat in de aankomende tijd.
Klinkt goed? Vind ik ook. Laat die felicitaties maar komen 😀
Je hebt vast de aankondigingen gezien: het is feest dit weekend! Een Zilver feest zelfs. 😀 Omdat Keltfest niet doorgaat en wij als auteurs (en de uitgeverij) ons contact met jullie lezers zo missen, heeft Uitgeverij Zilverspoor/Zilverbron een super gaaf online event georganiseerd met boekpresentaties, panels, lezingen en workshops.
Ik zit in meerdere panels, geef een workshop (‘Intentie, motivatie en functionaliteit’) en zal mijn verhalenbundel ‘Verloren Zielen’ aan jullie presenteren. Collega-auteur Peter de Willis zal er zelfs uit voorlezen!
Dus als jullie online langs willen komen om met ons te chatten en de sessies te volgen, zijn jullie meer dan van harte welkom. (Serieus, we missen jullie! Kom langs! *puppyogen*) Komen jullie ook? 🙂
Maar hoe dan, vraag je je misschien af. Bij deze meer informatie!
Wat? Zilverfest! (en mijn boekpresentatie, en mijn workshop)
Waar? Online, op Facebook. Met 1 druk op de knop kun je het volgen. (Event linkje!)