achtergronden·Gaming

hell yeah: final fantasy 7

Degenen die mijn blog al langer volgen (of die mij een beetje kennen) zullen waarschijnlijk niet verrast zijn dat deze blog nu geschreven wordt. Ik heb al vaker gepraat over mijn woeste liefde voor de Final Fantasy serie. Voor degenen die niet weten wat het is: Final Fantasy is een Japanse RPG die al loopt sinds 1987. Sindsdien zijn er 16 mainline titels uitgekomen, met een groot aantal spin-off games. Het was vroeger zo dat iedere game zijn eigen verhaal had, wat zich afspeelde in zijn eigen wereld, met zijn eigen personages. Er zijn concepten en gimmicks die in iedere wereld/game terugkomen (crystals, chocobo’s, moogles en – vreemd genoeg – een personage genaamd Cid), maar in principe spelen de games eigenlijk als een verhalenbundel. Daarom is er ook geen concensus welke van de games het “beste” is, juist omdat de games zo uiteenlopen qua gameplay, thema’s, graphics, verhalen, enzovoorts. Iedere van fan de serie heeft zijn eigen mening, en hoewel er een paar van de games consistent beter uitkomen dan anderen, is het echt een kwestie van smaak.

Mijn smaak? Mijn absolute favorieten zijn Final Fantasy 8, 7 en 15. (honourable mentions voor 16 en 10) En daarmee ben ik verre van mainstream, want hoewel 7 de populairste is van de hele serie, zijn 8 en 15 dat bepaald niet. Final Fantasy 8 was mijn eerste, in 1999, en heeft daardoor een speciaal plekje in mijn hart. (En ik vond het battle systeem, wat uitgekotst wordt door veel van de spelers, WEL leuk. En snapte het. En was er goed in. Dus.) 15 heb ik het meeste uren ingestoken omdat ik verliefd was op de personages en de wereld, en dat was mijn eerste game na bijna vijf jaar geen game aangeraakt te hebben. (Wat heb ik gejankt aan het einde).

En dan is er Final Fantasy 7. Fucking Final Fantasy 7.

Ik speelde FF7 in de herfst/winter van 2000. Heb het zo fanatiek gespeeld dat ik er RSI van opliep. Ik was alleen niet zo goed in deze game, niet zoals ik in 8 was, maar het verhaal greep me bij de keel. Ik heb er al eens een blog over geschreven; ik denk dat FF7 de eerste instantie was waar ik echt het volledige potentieel zag van de onbetrouwbare verteller. Het is een thema wat vaker terugkomt in mijn eigen verhalen, het “wat als hoe jij de wereld waarneemt niet de realiteit is” concept is iets wat me misschien niet wakkerhoudt, maar wel iets wat ik echt doodeng vind. En ook iets wat ik zo verdomde interessant vind.

En Cloud Strife, de hoofdpersoon van FF7, is een ongelofelijk onbetrouwbare verteller. Vanuit een verhalenvertellend perspectief is dat fantastisch, want het geeft het verhaal een extra laag en zorgt ervoor dat de replay value van het spel veel hoger wordt. Het meemaken van de originele mindfuck is een ervaring op zich, maar de game nog een keer spelen met alle antwoorden is fantastisch, omdat je dan alle hints, leugens en (on)waarheden kan aanschouwen. Het betekent dat je het verhaal dus nooit meer op dezelfde manier kan ervaren, maar die allereerste ervaring? Die is goud waard.

Zoals je misschien wel weet, en misschien ook niet, zijn ze de Final Fantasy 7 game helemaal aan het remaken. Is wel een beetje de tijdgeest he, alles is remakes tegenwoordig, en dan remakes die langer zijn dan het originele product (de remake serie wordt 3 spellen lang, ipv 1. De eerste twee games ervan zijn net uit: FF7 Remake, en FF7 Rebirth. De derde volgt… over een paar jaar). Maar in het geval van FF7 geven ze er wel een extra twist aan, want ze volgen niet volledig het originele verhaal.

deze foto maakte mijn man van mij, op 1 maart, om 23.50 uur. 😀

De nostalgiewaarde is nog steeds torenhoog, want voor een heel groot deel wordt het plot getrouw gevolgd, zijn de personages en de locaties en de muziek nog steeds heel herkenbaar en juist verder uitgediept op een manier die heel natuurlijk aanvoelt (en fantastisch gedaan is), maar er is ook een deel dat suggereert dat dit een do-over is. Dat je als een groundhogday, een timeloop, door de gebeurtenissen heen gaat van de originele game uit 1997. Maar sommige van de personages zijn zich ervan bewust. Namelijk de bad guy. En die heeft het op zichzelf genomen om onze hoofdpersoon, die al niet de meest betrouwbare verteller was door afschuwelijke trauma’s, HELEMAAL KAPOT te maken.

En met de technologie en videografie van nu kunnen ze dat fantastisch in beeld brengen. Waar we in 1997 tekst en polygonen hadden, hebben we nu lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, de manier waarop Cloud zijn zwaard vasthoudt, zijn stem (zijn voiceactor is fantastisch. ik krijg nog steeds de rillingen als ik denk aan zijn stem toen hij riep: “Aerith? Let’s talk!”)… dus die hele extra laag, de manier hoe die psychologie in beeld wordt gebracht; echt fantastisch.

Het is ook een grote game, vol minigames, side quests, afleidingen, nostalgie, geweldige momenten tussen de personages, hilariteit en fantastische gameplay. De muziek is ook prachtig, en zo getrouw aan het origineel maar tegelijkertijd ook weer niet.

(Ik denk niet dat ik in woorden uit kan leggen hoe episch het was om op die zaterdagavond in december 2000 de eindbattle met Sephiroth in te gaan en anderhalf uur lang voor mijn leven te moeten vechten terwijl na een game lang alleen maar midi-melodietjes gehoord te hebben, een orchestrale ode aan de carmina burana te horen in “One Winged Angel” die keihard over de speakers blerde. het mooien aan gamen is dat het zo’n actieve ervaring is, want je leeft dat gevecht, je hartslag zit door het dak, je handen glibberen van het zweet, en jij bent het, die dat gevecht aangaat, vloekt als Sephiroth zijn Octaslash – of erger nog, zijn Heartless Angel – op je loslaat. Het is zoveel actiever en intenser dan een film kijken of een boek lezen. Soms worden het echt van die core memories.)

Ik ben meteen gaan spelen toen de game uitkwam. Vanaf het allereerste moment van release, op 29 februari om middernacht. Ik wilde wanhopig de spoilers voor blijven, want het internet was een mijnenveld, en ik wilde nog wanhopiger weten wat de developers ervan gemaakt hadden. Dus ik heb het weekend vrijgenomen en ik heb ieder vrij moment genomen om te spelen. Ik heb er slaap voor opgeofferd. Ik was niet of nauwelijks aanspreekbaar. En ik had de tijd van mijn fucking leven.

Ik speelde Final Fantasy 7 Rebirth (de 2e game van de 3) uit op 8 maart 2024, om 3.30 uur ’s nachts (74 game uren later). Uitgeput, afgedraaid, overweldigd, met brandende ogen van het janken (er waren een hoop emoties gaande, okay?) en trillende handen van de adrenaline. Ik moest de volgende ochtend gewoon werken, maar gelukkig wel vanaf thuis. Je kan zeggen dat ik wat verrot was die dag, maar het viel eigenlijk nog wel mee.

Wat wel interessant is, is dat er heel veel ambigue elementen in het plot zitten, steeds in de eindconfrontaties, wat ervoor zorgt dat je in de tijd tussen de release tussen de games aan het speculeren blijft. De eindconfrontatie was een enorme barrage aan (conflicterende) informatie, intense emoties, en ruim twee uur lang vol adrenaline eindbazen bevechten ben je als speler zo overweldigd dat het moeilijk is om je eigen mening te vormen over wat je nu precies ervaren hebt. Dat was al zo bij de eerste game (Remake), maar nog erger bij Rebirth.

Ik heb mijn ideeen, inmiddels, er is een maand overheen gegaan en ik zit inmiddels op ruim 120 uur gameplay, maar het gaat nog jaren duren voordat ik mijn antwoorden ga krijgen. En hoewel dat moeilijk is, kijk ik er ook heel erg naar uit. Want als ik gelijk heb, en mijn theorieen kloppen… dan gaat het HEEL gaaf worden.

Dus ja: hell yeah, Final Fantasy 7. Of het nu de originele game is, of de Remake serie. Ik heb zo’n liefde voor allebei, waarschijnlijk versterkt door het feit dat ik letterlijk al 24 jaar met deze personages rondloop. Ik weet niet of het ‘tzelfde is, als je de spoilers al kent, of als je de originele game nooit gespeeld hebt, of als je niet alle easter eggs vindt in de muziek, in de details, in de wereldbouw, in de dialogen. Waarschijnlijk niet. Maar voor mij? Oh, voor mij is het zo’n enorme hell yeah.

(En ja, Hydron en haar toren is volledig gebaseerd op Shinra, in Midgar. Mijn ode aan de game die me de liefde bezorgde voor 1) moderne fantasy, en 2) de onbetrouwbare verteller. Zonder deze game hadden mijn schrijfstijl en mijn smaak er heel anders uitgezien, denk ik.)

achtergronden·Boeken·Films/TV·Gaming·recensie

invloeden en inspiratie

Een tijd geleden had YouTuber HelloFutureMe een video waarin hij uitlegde welke werken hem geinspireerd hadden. Dus niet welke boeken/films/media volgens hem het allerbeste waren, maar echt wat hem geinspireerd had. Wat bij hem binnengekomen was en wat zijn leven veranderd had. Daardoor ben ik natuurlijk ook gaan nadenken wat het voor mij nu uiteindelijk is geweest, en ik dacht dat het wel gaaf was om mijn belangrijkste invloeden met jullie te delen. Ik vond het een leuke exercitie. 🙂

Ik ben dus uitgegaan van wat jonge (en minder jonge) Kelly echt geinspireerd heeft, en wat invloed heeft gehad op mijn pad als schrijver. Wat een vuurtje onder mijn achterste ontbrandde, of wat het begin is geweest van iets wat me geholpen heeft, of…. Nou ja, dat dus. 🙂

Ik heb het uitgeschreven op chronologische volgorde, want dat vind ik logisch. Zoals je ziet is het vooral buitenlandse media. Dat betekent trouwens niet dat er geen fantastische Nederlandstalige literatuur is, en dat er niet Nederlandse boeken zijn die ik op dit punt zelfs ronduit beter vind dan wat er op deze lijst staat. Het zegt gewoon dat toen ik nog jong en beinvloedbaar was, er niet zo veel gave Nederlandstalige fantasy was. Daar is de afgelopen jaren zeker verandering in gekomen, maar op dat punt had ik mezelf al ontwikkeld, haha 🙂

Maargoed; hier komen ze, op ietwat chronologische volgorde; de verhalen die mij het meest beinvloed en geinspireerd hebben!

  • The Talisman – Stephen King & Peter Straub (1991)

Als 11-jarige Kelly was ik al een hele tijd naar de boeken aan het gluren die mijn ouders lazen, maar met “De Talisman” durfde ik eindelijk de stoute schoenen aan te trekken en “grotemensenboeken” te lezen, want ik dacht dat ’t niet mocht. (Ik zie het boek nog op onze salontafel liggen) Maar Jack, de hoofdpersoon in dit boek, was ook elf jaar oud, dus ik vond dat dit boek wel toegestaan was.
Mijn ouders waren overigens wel de laatsten die me daarin tegenhielden, die hebben me nooit weggehouden bij enige lectuur/literatuur en vonden het alleen maar mooi dat ik alles las wat los & vast zat. De bibliothecaresse keek me op een gegeven moment wel schuin aan toen ik een stapel Dean Koontz en Stephen King uitcheckte, maar gelukkig heb ik er nooit nachtmerries of iets dergelijks van gehad.
Dit was mijn eerste boek voor volwassenen, en hoewel ik niet alles snapte, vond ik het PRACHTIG. Het was donkere fantasy, een queeste voor een magisch object, een jongetje dat zijn zieke moeder wilde redden en mijn kinderhartje had nog nooit zoiets gelezen, ik omarmde het. Ik denk dat een groot deel van mijn liefde voor fantasy uit dit boek vandaan komt.

  • Ender’s Game – Orson Scott Card (1995)

Mijn man (toen nog mijn vriendje – een van de dingen die we destijds bij elkaar zo leuk vonden, was dat we een vergelijkbare smaak hadden) gaf me Ender’s Game om te lezen toen ik een jaar of vijftien oud was. Ik denk dat dit mijn eerste science fiction was, op wat Evert Hartman enzo na. Ik vond het prachtig; de wereldbouw, de toekomst, de ruimteschepen, Ender die de wereld moest redden, en ik had zo’n crush op zijn zusje Valentine. :’D
En hoewel ik het op dit punt echt niet meer eens ben met Orson Scott Card en zijn politieke meningen, heeft dit boek – en de hele Ender serie – een waanzinnige indruk op me achtergelaten. Ik noem de eerste zinnen van dit boek regelmatig nog als voorbeeld van een geweldige openingszin als ik een workshop over schrijven geef.
“I’ve watched through his eyes, I’ve listened through his ears, and I tell you he’s the one. Or at least as close as we’re going to get.”
Ik bedoel: wĂĄt een binnenkomer, toch? En vanaf daar houdt het ook niet op. De proza is echt fantastisch, en ik werd zo meegesleept door het verhaal dat ik de twist op het einde Ă©cht niet aan zag komen. Perfecte executie, dit boek.

  • The Eye Of The World – Robert Jordan (1998)

Het was de zomer van 1998. Ik zat middenin mijn eindexamens van het VWO en ik wilde er niet aan. Mijn hele leven zou gaan veranderen, ik wist op dat punt wel dat ik mijn examens zou gaan halen, maar ik vond het heel moeilijk om afscheid te gaan nemen van mijn oude leventje. Mijn vrienden zouden allemaal naar andere scholen en universiteiten gaan, ik had het leuk op mijn middelbare school, etcetera etcetera. Dus ik pakte het eerste boek van The Wheel Of Time op om mezelf af te leiden van de realiteit. Heel eerlijk, ik vond de eerste twee boeken niet eens zo geweldig, maar ik wilde mezelf afleiden, me in een andere wereld dompelen, dus ik zette door.
Was het helemaal waard, gelukkig. Vanaf boek 3 tot en met boek 6 is het trouwens wĂ©l waanzinnig tof, daarna zakt het in, maar dat wist ik toen nog niet, boek 7 was net uit. Ik werd een superfan. Via The Wheel Of Time werd ik actief op het internet, en dit was 1998, jongens – het internet was toen nog heel pril. Ik heb driekwart van mijn huidige vriendengroep dankzij deze boekenserie ontmoet, maar buiten dat, heb ik dankzij deze serie HEEL VEEL online geroleplayed. Effectief kwam dat neer op heel veel fanfiction schrijven. Ik heb tussen 1999 en 2006 zo ontzettend veel geschreven en roleplay plots bedacht en tot uitvoering gebracht. Ik heb denk ik hiermee mezelf leren verhalen schrijven. Gek zo, als je daar nu op terugdenkt. Vooral omdat ik uiteindelijk best afgebrand ben op de serie. Ik heb hem wel nog uitgelezen, en heb daardoor wel weer Brandon Sanderson ontdekt, dus dat is positief 😀

  • Final fantasy 7 & 8 – Squaresoft / Square Enix (1999)

Ik weet het; dit zijn games, geen boeken. Maar als ik kijk wat echt invloed op mij heeft gehad als schrijver, op mijn leven? Mijn liefde voor moderne fantasy is 1-op-1 terug te leiden naar deze games. De reden dat ik moderne fantasy schrijf, en wat minder vaak voor de epische of middeleeuws-achtige fantasy ga? Deze games. Omdat technologie + magie = awesome! 😀
Ik heb daar al uitgebreid over geschreven in deze blog, maar het moest gewoon nog een keer gezegd worden.

  • A Storm Of Swords – George R. R. Martin (2002)

Game Of Thrones is mainstream. Iedereen kent het fenomeen. Je moet echter begrijpen dat tien jaar voordat de tv-serie uitkwam, ik al hardop aan het gillen was tegen boek 3 van A Song Of Ice And Fire. De Red Wedding daargelaten; dat moment met Littlefinger, Lysa en Sansa bij Moon Door? Dat moment dat je er achter komt wie alle teringbende in de Seven Kingdoms gestart is? HOLY SHIT. Ik viel van de bank toen ik het las.
Fantasy tot dat punt was – voor zover ik gelezen had – best allemaal nog wel tam. De dood van personages, van de helden, was niet echt iets wat gebeurde? Of permanent was? Dus wat Martin aan het stunten was, met het afslachten van zijn personages – ik vond het fantastisch. De twists, het verraad, de dood, de nitty-gritty duisternis van de wereld… het was helemaal in mijn straatje. Dit toonde me hoe het ook kon, en ik omarmde het volledig.
Ik weet nog zo goed dat ik op basis daarvan in mijn Wheel of Time roleplays opeens een level up deed. Opeens gingen we er helemaal voor; epische meeslepende plots, verraad, uitgedieptere, getraumatiseerde personages… ik denk dat mijn liefde voor moreel grijze personages echt uit ASOIAF voortgekomen is.

  • A Song For Lya – George R. R. Martin (2008)

Wow, nĂłg een keertje Martin? Yup. In dit geval een heel ander soort boek. Dit is een korte verhalenbundel, veelal SF, die ik echt fantastisch vind. (De reden dat ik graag korte SF verhalen schrijf, jongens, is omdat ik net zo’n gave bundel wil schrijven als A Song For Lya. Na vijftien jaar klooien begin ik er misschien eindelijk een beetje in de buurt te komen.) Het kroonjuweel van de bundel is het titelverhaal, A Song For Lya, een verhaal dat me emotioneel compleet kapotmaakte. Hij kwam binnen als een stomp in mijn maag en ik heb als een baby zitten janken. Het verhaal zei zulke mooie dingen over menselijke connectie, over liefde, over niet genoeg zijn, over de muren die we bouwen – en dat allemaal in een gaaf SF plot gewikkeld. Dit verhaal heeft niet voor niets een Hugo gewonnen. Dit was denk ik voor mij het boek dat ik las en voor mezelf dacht: “als ik later groot ben, dan wil ik net zo cool zijn als jij.”

  • Mistborn – Brandon Sanderson (2011)

Is Mistborn Sanderson’s beste boek? Weet ik niet. Ik vond persoonlijk Words Of Radiance beter. Maar was dit wat ik absoluut nodig had om me te realiseren dat het mogelijk is dat een fantasyboek compleet inlost op al zijn beloftes, een perfecte executie heeft, en dat het kĂĄn? Dat ook ik het vast kan, dat ik gewoon moet schrijven? …Dat deed het wel. Op de een of andere manier was het zo’n injectie van optimisme in mijn brein, dat dit boek me de moed heeft gegeven om “Geboorterecht”, het kortverhaal dat uiteindelijk de proloog van “Stof en Schitteringen” werd, in te sturen naar verhalenmagazine Pure Fantasy.
Dankzij Mistborn vond ik de moed om mijn verhaal te schrijven, af te maken, en in te sturen. En dat is toch wel een hele hoop waard.

  • The Enigma Of Amigara Falls – Junji Ito (2018)

Dit verhaal is geen proza, dus in de lijst is dit een beetje een vreemde eend in de bijt. Dit is een manga, en dit is gewoon de meest intense horror die ik ooit gelezen heb. Het is inmiddels jaren geleden en ik word nog steeds een beetje misselijk als ik eraan denk. Ik vind horror het gaafst niet als het gaat om monsters of geesten of demonen, maar – en dat deed dit verhaal me mede realiseren – als het verhaal zich focust op de existentiĂ«le shit. Op psychische shit. Op body horror. Op transformatie. Daar kan je mij Ă©cht gek mee krijgen. En dat realiseerde ik me dankzij deze manga.
Mocht je het willen lezen, vind je het hier. Maar geef Junji Ito alle liefde en koop het boek alsjeblieft ook. Trigger warning voor mensen met claustrofobie, trouwens. 😉

  • Shingeki no Kyojin / Attack on Titan – Hajime Isayama (2022)

Jullie hebben me al eerder horen lofzingen over deze anime. Ik ben ook zeker van plan om de manga te gaan lezen. De anime is vorige week definitief geeindigd (en ook een beetje de aanleiding tot deze blog), dus mss is het een beetje regency bias, want heeft het me beinvloed? Ja. Ik ben een van de gelukkige kijkers die uiteindelijk maar anderhalf jaar op de finale hoefden te wachten, in tegenstelling tot de mensen die er al vanaf 2013 bij waren (!). Het jaartal zegt ook iets; want 2022 was het jaar dat “De Prijs Van Water” uitkwam.
Natuurlijk had ik het originele idee voor de Paraiso serie al in 2017, maar de manier waarop zaken in beeld gebracht werden, de wanhoop van de personages, de horror – die gaven me echt die uiteindelijke duw in de rug om de laatste versie en de redactie tot een goed einde te brengen. Plus; het leerde me dat er een markt is voor verhalen over monsters. En dat voelde toch wel heel goed.
Extra plus: de informatiedosering en het mysterie in dit verhaal? 10/10. Dit is het soort verhaal dat je meerdere keren moet consumeren, want OMG DE DETAILS KLOPPEN ALLEMAAL en de payoff van het mysterie is perfect gedaan. ZĂł ambitieus, dit plot. Love it.

Whooo, dit was leuk om te doen. Wat zijn jouw grootste invloeden geweest? Wat heeft op jou het meeste indruk gemaakt, en heeft je pad als schrijver geschapen? Ik ben super benieuwd!

Films/TV·recensie

hell yeah: attack on titan

Voor meer context kun je deze oude blogpost uit eind 2019 checken: ik was destijds bezig met een serie van media die ik in het verleden tegen was gekomen die me echt inspireerde, of die zo ontzettend goed uitgevoerd was, dat ik als ongelofelijke snob zat te stuiteren op de bank. Die wilde ik graag met jullie delen – en dan met het oog op de soms wat obscuurdere boeken/films/games.

En het is even geleden, dus in de tussentijd heb ik media geconsumeerd! (Heel verrassend, haha) Sommige van die media was het zelfs waard om met jullie te delen.

De eerste van die ontzettend verrassend geweldige media is de anime-serie Attack On Titan.

Aankondigingsposter van Seizoen 4, part 3. Nu Ă©cht the final season. Zeggen ze… 😉

Wat, anime? Ja, anime. Laat dat je in godesnaam niet tegenhouden. Ik neem aan dat als je anime-liefhebber bent, dat je dan weet waar ik over praat. Het is een van de groten, een van de meest populaire series. En… met recht.

Wat context dan! Ben ik een anime-fan? Hmm. Zo rond het millennium toen het heel erg aan het opkomen was in het westen, heb ik een hoop anime gekeken. Ik begon met Dragonball Z (no regrets, het heeft zijn momenten en het is mijn guiltiest of pleasures) en heb van daaruit een hoop van de klassiekers gekeken. Maar op een gegeven moment zijn we hier toch een beetje afgehaakt. We moesten die shit op een dial-up modem downloaden, op een gegeven moment was het genoeg, OK? 😉

En sindsdien heb ik Dragonball bijgehouden (ja, óók Super), maar verder eigenlijk niet echt anime meer. Cartoons zat, hoor, South Park en Rick & Morty en Bob’s Burgers en Solar Opposites etc etc, ik voel me daar echt niet te goed voor. Het… kwam er gewoon niet van?

In de tussentijd had mijn man Oliver Attack On Titan al jarenlang op de fileserver staan. En dit jaar werd “the final season” aangekondigd, dus hij is het gaan kijken. Ik zat vaak in de kamer andere dingen te doen terwijl hij aan het kijken was, dus ik kreeg hier en daar wat van zijn commentaar (vooral over hoe schreeuwerig de personages waren, en “wow dat was een plottwist”) en vooral de WAANZINNIGE OPENINGSTRACK mee (holy shit, zo episch) en dat is wat me overhaalde om mijn achterste op de bank te parkeren en de serie te bingen.

Seizoen 1 was… interessant. Erg goed gedaan, met plottwists die ik niet aan zag komen, maar perfect verankerd waren in het verhaal (en details waar je eerst niet op gelet hebt die opeens super belangrijk blijken te zijn). De protagonist Eren vond ik problematisch (maar ook dat is een plotpunt), en deuteragonisten Mikasa en Armin waren interessant. Na seizoen 1 had ik zeker iets van: Meer alsjeblieft! Ik zat er helemaal in.

De premisse is verre van standaard. Aldus Wikipedia: Attack on Titan (Japanese: é€Čæ’ƒăźć·šäșș, Hepburn: Shingeki no Kyojin, lit. ’The Advancing Giants’) is a Japanese manga series written and illustrated by Hajime Isayama. It is set in a world where humanity is forced to live in cities surrounded by three enormous walls that protect them from gigantic man-eating humanoids referred to as Titans; the story follows Eren Yeager, who vows to exterminate the Titans after they bring about the destruction of his hometown and the death of his mother.

Zoals ik al eerder zei: de personages zijn erg over de top schreeuwerig, daar moet je even doorheen. Uiteindelijk kom je je favorieten echt wel tegen, en ga je van ze allemaal houden. (Mijn favorieten zijn Levi, Armin, Erwin, Hanji en Sasha.) Niemand van je personages is echter veilig; degenen die niet zonder pardon keihard afgeslacht of verminkt worden, raken zwaar getraumatiseerd – en dat wordt ook getoond. Alles heeft consequenties & niemand komt er zonder kleerscheuren vanaf. Verder is de actie super gaaf en de informatiedosering is perfect gedaan. Samen met de intense soundtrack en de gave animatie maakt dat een heel interessant verhaal om mee te maken.

En dan komen seizoen 2 – met de heftigste meest understated villain reveal EVER. Ik viel bijna van de bank – en seizoen 3 – met de heftigste “oh jezus ze gaan allemaal hartstikke fucking dood” battle die ik ooit gezien heb. Ik heb echt zitten snotteren en janken in die laatste afleveringen van S3. Degenen die het gezien hebben, weten waarom. Het einde van S3 is, denk ik echt, oprecht, in mijn opinie, perfecte televisie. Het is inmidddels alweer een paar maanden geleden dat ik het gezien heb en als ik er weer aan denk, dan krijg ik opnieuw kippenvel. Whew.

De hele serie lang proberen we een mysterie op te lossen: wat is het geheim van Erens vader, en kunnen ze daarmee de mensheid redden? De antwoorden krijgen we eindelijk aan het einde van Seizoen 3, en Seizoen 4 (de “final season”) is de fallout daarvan. De wereld wordt groter, al die nieuwe informatie is overweldigend, en het gevecht verandert. Seizoen 4 is niet mijn favoriete seizoen, maar wow, het heeft MOMENTEN.

Nadeel van seizoen 4 is dat het inmiddels al twee jaar bezig met zijn “final season”, wat in 3 stukken gehakt is. Ieder jaar een aantal episodes, we hebben Final Season deel 1 in 2021 gehad, Final Season deel 2 in 2022. De cliffhanger waar deel 2 van Seizoen 4 op eindigde was wereldschokkend en bloedverkillend, en nu mogen we tot volgend jaar wachten voor het laatste deel van The Final Season. Zucht.

Raad ik je aan om tĂłch nu al te gaan kijken?

Ja. Hell yes. Het is het waard.

Hier, ook nog even de openingstrack voor seizoen 1. Gewoon omdat hij cool is, haha 😀

achtergronden·plotten·Schrijven

over wat mij een warm hart voor moderne fantasy bezorgd heeft

“Oh, moderne fantasy. Wat apart,” zei een lezer ooit tegen mij op een beurs, toen ze een van de Lentagonboeken in handen had. “Dat zie je niet zo vaak.”

En dat klopt, neem ik aan, als je dingen als urban fantasy niet in acht neemt. Hoewel ik epische fantasy zeker wel geschreven heb, is het overgrote deel van de fantasy die ik schrijf zo modern dat het tegen science fiction aanschuurt. En hoewel ik heel rebels roep dat ik me niet wil binden aan vastgestelde hokjes en gewoon lekker wil doen waar Ă­k zin in heb, en schrijven wat Ă­k graag wil lezen (en dat ook zeker waar is!) heeft het me wel doen afvragen hoe ik daar zo bij gekomen ben. Hoe kwam het dat ik me daar instinctief zo comfortabel mee voel? Want de boeken die ik altijd gelezen heb, en die het meeste invloed op me gehad hebben tijdens mijn tienerjaren en toen ik in de twintig was, waren met name de boeken van George R. R. Martin, Robin Hobb en Robert Jordan. (Met een dosis Stephen King erbij, trouwens) Geen van alle erg moderne fantasy.

En toen realiseerde ik het me, want het staart me al jaren in mijn gezicht en ik ben soms een beetje blond. NatĂșĂșrlijk had ik een intense invloed tijdens de jaren dat ik echt serieus begon met schrijven. En natĂșĂșrlijk heb ik daar talloze uren in gezonken. Natuurlijk was het Final Fantasy.

Toen mijn man (toen nog mijn vriend) en ik gingen samenwonen  en ik de tere leeftijd van net 19 had, poelden we onze resources samen. We maakten boekenseries compleet, we genoten van elkaars cd collectie, en hij had een playstation. Man wat hebben we een hoop lol van dat ding gehad. Pinball toernooien, Tekken drinking games (als je een gevecht verloor, moest je een shotje nemen), …en Final Fantasy 7. De grap is dat ik daar nog niet eens begonnen was, initieel. Ik liet hem nog even links liggen.

Maar Final Fantasy 8 kwam rond die periode uit, toen we net op onszelf woonden in 1999, en dĂ­Ă© hebben we echt kapot gespeeld. Final Fantasy 8 was mijn eerste FF game, en man wat was ik verslaafd. Final Fantasy 8 is een moderne, grungy setting, waarbij magie ook gebruikt kan worden, door het harnassen van natuurgeesten/summons/guardian forces. Maar ondertussen hebben ze auto’s, treinen, machinegeweren en wat dies meer zij. Ik heb er honderden uren in gezonken, in zowel de shitty PC versie als de wĂ©l werkende playstation versie.

En toen, een jaar later (eind 2000), heb ik tijdens de kerstvakantie Final Fantasy 7 eindelijk opgepakt. En daar heb ik ook van genoten. Die laatste eindbattle tegen Sephiroth zal ik nooit vergeten. Het was op een zaterdagavond laat, ik besloot de laatste dungeon (Northern Crater) in te gaan en hem te verslaan ter experiment, want ik was helemaal nog niet sterk genoeg en ik was helemaal niet zo goed in deze game als ik in FF8 was (ik vogelde pas aan het einde van de game uit dat je materia kunt breeden. UGH), maar ik had zoiets van: ach, het is zaterdagavond, let’s GO. Dus ik daalde de krater af, en dat is nog best een tijdrovende dungeon crawl, en ik kwam bij de eindbaas. Sephiroth, die de wereld zou vernietigen met een meteoorinslag. Dus we vochten. En het was EPISCH. Ik was tot drie keer aan toe een seconde verwijderd van een total party kill, en de totale battle duurde denk ik anderhalf uur. De battle music (het iconische One Winged Angel) knalde door mijn speakers. Ik schreeuwde tegen mijn TV. En toen lukte het, en ik zat trillend van de adrenaline, en Olli kwam het eindfilmpje met me kijken. En we keken naar buiten en realiseerden ons dat het buiten keihard aan het sneeuwen was en dat het twee uur ’s nachts was. Dus toen zijn we midden in de nacht door de sneeuw gaan lopen, omdat we allebei ZO HYPE waren dat we anders niet konden slapen.

Die herinnering neemt niemand me meer af. Ik heb later de anderen ook nog gespeeld, trouwens, hoor. 6, 9, 10, 12, 13, 13-2 en 15. FF11 en 14 zijn MMO’s, dus die stonden wat lager op het lijstje. Komt nog.

En als je het zo bekijkt, is het niet zo gek dat ik dus ook moderne fantasy schrijf, zoals in Final Fantasy 7 en 8. (en 15, mijn andere favoriet, maar die heb ik pas deze winter kunnen spelen)

Oh, en de Final Fantasy 7 remake? Fantastisch. Aanrader. Hell yeah, enzo. 🙂

 

Films/TV·recensie·TV·Uncategorized

hell yeah: mr. robot

Image result for mr. robot

Hier is de volgende aflevering van de “Hell yeah” serie. We gaan nu wat serieuzer, want Mr. Robot is heel veel dingen, maar grappig zou ik het niet noemen. Deze TV-serie is de reden dat ik begonnen ben met de Hell Yeah serie, want nadat ik de 7e aflevering van S4 had gezien, had ik zo’n behoefte om er met mensen over te praten, dat ik op Facebook naar support zocht. Reddit en Twitter zijn daar doorgaans prima voor, maar ik wilde even emotionele support vinden bij mensen die ik kĂ©nde. 🙂

Even een stapje terug. Wat is Mr. Robot? Aldus de broadcaster USA: MR. ROBOT is a psychological thriller that follows a young programmer who works as a cyber-security engineer by day and a vigilante hacker by night.” De hoofdrolspeler is Rami Malek, die in de tussentijd bekend is geworden met (en awards heeft gekregen voor) zijn Freddy Mercury rol in de Queen film. 

Iets meer informatie over de plot: Elliot en zijn zus Darlene (en damn, Darlene is een fucking koningin! i love her <3) zitten in een hackergroep genaamd fsociety die erop gebrand zijn om de 1% van de 1% van de rijksten in de wereld via slimme hacks onderuit te halen. Daarmee vernietigen ze ook zo ongeveer en passant de wereldeconomie, trouwens – en vanuit daar sneeuwbalt de boel flink de vernieling in. Twee stappen naar voren, drie stappen terug, zeg maar. En ja, probeer dan maar eens te redden wat er te redden valt…

Er zijn een hoop dingen die deze serie uniek maken. Het acteerwerk, de cinematografie en de muziek zijn fan-tas-tisch, bijvoorbeeld. Er wordt veel gebruik gemaakt van de unreliable narrator, wat een van mijn grote zwakheden is (ik ben er dol op). Het effect lukt niet altijd 100% (in seizoen 2 werkt het een beetje tegen, zelfs – ik hoorde van mensen dat ze toen afgehaakt zijn, en ik vond zelf S2 ook het minste seizoen), maar de momenten dat het werkt, is het fantastisch.

Er worden flinke uithalen gemaakt naar ons 21e eeuwse leven, naar late stage capitalism, naar social media, maar ook naar de dingen die ons gaande houden. Sommige dingen moeten gezegd worden, en ik ben blij dat Mr. Robot ze zegt, ook al is het soms oncomfortabel om te horen.

Juist omdat het verhaal zo strak geplot is, mag je de serie iedere keer dat er weer een mindfuck onthulling gedaan wordt, opnieuw gaan kijken omdat bepaalde dialogen en keuzes dan in een ander licht worden getoond. Alles is zo dubbelzinnig en goed uitgewerkt dat de mindfucks echt geweldig werken. Genoeg dat ik een paar weken geleden op de bank zat en er tranen over mijn wangen biggelden van ellende omdat ik het opeens begreep, en ik weet dat zodra de serie totaal klaar is, ik heb weer opnieuw ga kijken. Voor de… derde keer, of zo.

Related image

Dus even als disclaimer: seizoen 1 start ontzettend sterk, seizoen 2 is een beetje wonky, seizoen 3 is weer erg goed, en seizoen 4 – recht naar het einde, is tot op dit punt (met nog 4 afleveringen te gaan) echt ongelofelijk goed. Iedere aflevering voelt als een season finale. (Vooral die van afgelopen week – ik zou bijna hier afhaken, dit was zo emotioneel cathartisch dat ik bijna niet verder wil kijken… ben bang dat alles alsnog de shit in draait) Dus ja, aanrader. Als je door S2 heen bent, ben je home free en is het genieten tot het einde. 😀

Oja, en had ik al gezegd dat de ICT en het hacken daadwerkelijk (grotendeels) klopt in Mr. Robot? Ik werk in de ICT en hoewel ik geen expert ben, snap ik wel het een en ander. Mijn man is nog veel tech-er dan ik en zit regelmatig bij films en series te schuimbekken omdat er letterlijk onzin op het scherm staat. Mr. Robot doet het goed. En dat is wel heel bijzonder, vind ik.

Dus ja, hell yeah! 🙂

 

 

 

Boeken·Engels·recensie

hell yeah: John Dies At The End

En omdat we toch al aan het lachen waren met de “hell yeah” serie, hier nog een van de  humoristischer entries. Of is het dat eigenlijk wel? John Dies At The End. 😉

“Dave? This is John.”
“What, are you-”
Alive?
“-in an ambulance or something?”
“Yes and no. Are you still at the police station?”
“Yeah. We were both-”
“Have I died yet?”

Misschien heb je de film wel gezien, misschien heb je er wel eens van gehoord. “John Dies At The End” is een urban fantasy/horror boekenserie van (nu nog) drie boeken, geschreven door David Wong (pseudoniem van Jason Pargin).  En hier komt het deel waar ik moet gaan pitchen waarom het nu zo amazing is, en dat is waar het moeilijk wordt. De drie boeken in de serie heten “John Dies At The End“, “This Book Is Full Of Spiders (Seriously Dude, Don’t Touch It)” en “What The Hell Did I Just Read?“. Misschien dat dat het een en ander al uitlegt. 😉

“Just answer the question, please,” John said. “Did your dog ever levitate, or speak in dead languages?”
“What? No.”
“Are you sure?”
“Ma’am,” I said, “if your dog was dabbling in the occult it’s best you tell us now. We’re experts.”

John Dies at the End PosterHet gaat over John en Dave (en Amy), die in een stadje in mid-west Amerika wonen. Dankzij een avontuur met een vreemde drug genaamd “soy sauce” kunnen ze door dimensies heen kijken – eigenlijk zo ongeveer de hel in. Monsters zijn echt, ze zijn aanwezig, en ze zijn gevaarlijk.

John, Dave en Amy doen hun best om hun stadje en de wereld te redden tegen uitbraken van kosmische horror. Ze zijn echter ook niet al te slim (nouja, Amy wel), super cynisch (Dave), en eigenlijk gewoon een beetje white trash (John en Dave allebei), dus het gaat niet altijd even gemakkelijk.

“The problem isn’t that there’s not enough heroes in the world, the problem is too many dumb people assume they are one.”

Dave is de verteller van het verhaal, hoewel we soms ook stukken krijgen vanuit de perspectieven van John en Amy. Er wordt veel gespeeld met het concept van de onbetrouwbare verteller, wat een extra laag aan het verhaal meegeeft. De personages hebben allemaal een eigen stem, maar wat ze allemaal gemeen hebben is – buiten dat ze best vulgair zijn en er wat afgevloekt wordt – een hele laconieke manier om naar het leven te kijken. Ze zijn al ver voorbij de mental breakdown die je wel móét krijgen als je een leven als dat van hen leidt, en hebben zich neergelegd bij het feit dat het universum een teringbende is.

Maar wat de serie voor mij van “leuk/bij tijd en wijle hilarisch” naar “hell yeah” tilt, is dat de serie zichzelf inderdaad bepaald niet serieus neemt – meerdere malen heb ik in een deuk gelegen van het lachen – …totdat het dat wĂ©l doet. De serie is een mix van absurdistische platte humor en existentiĂ«le horror die je maanden later nog steeds aan het nadenken zet.

“PEOPLE DIE. This is the fact the world desperately hides from us from birth. Long after you find out the truth about sex and Santa Claus, this other myth endures, this one about how you’ll always get rescued at the last second and if not, your death will at least mean something and there’ll be somebody there to hold your hand and cry over you. All of society is built to prop up that lie, the whole world a big, noisy puppet show meant to distract us from the fact that at the end, you’ll die, and you’ll probably be alone.”

De drie hoofdpersonen hebben allemaal hun eigen problemen (in Johns geval verslaving, en in Daves geval depressie), en hoewel er vaak om gelachen wordt, wordt het bij tijd en wijle hartbrekend duidelijk dat ze eigenlijk gewoon goeie gasten zijn die met 3-0 tegen rondlopen in een wereld die ze niet nodig heeft. Stiekem is het een en ander psychologisch best goed verankerd, waardoor je steeds meer begint mee te leven met deze poor motherfuckers.

“A cockroach has no soul. Yet it runs and eats and shits and fucks and breeds. It has no soul, yet it lives a full life. Just like you.”
En net als je je er rot over begint te voelen, maken ze weer een platte grap en begin je weer te lachen. En dan ben je uitgelachen, en dan wordt er opeens een beeld geschetst van een parallel universum waar dingen (wel) nogal mis zijn gegaan, en dan zit je met een gruwelijk mentaal beeld dat je maanden later nog steeds achtervolgt.
Er zit een scene in boek 3 waar ik soms, in onbewaakte ogenblikken, aan moet denken. En dan zie ik dat beeld weer voor me, en dan huiver ik weer. Ik denk dat dĂĄt echte horror is. Ik word namelijk niet snel bang van boeken of films – maar deze boeken hebben me echt hier en daar wel een tik uitgedeeld.
De boeken zijn overigens niet perfect. Boek 1 heeft een traag middenstuk, boek 2 is qua toon anders dan de anderen, en boek 3 is zo’n mindfuck dat het moeilijk is om te weten wat er nou Ă©cht gaande is. Bovendien is de humor bij tijd en wijle zo plat dat als het je ding niet is, dat je waarschijnlijk afhaakt. Ik persoonlijk heb het gevoel voor humor van een twaalfjarige, dus ik vind t geweldig.
TL’;DR: Denk Dude, where is my car? ontmoet Supernatural, en dan kom je denk ik wel een heel eind. Dit is een boekenserie waarvoor ik alles laat vallen als er een nieuwe uitkomt, en die ik eens in de zoveel tijd probeer te herlezen, gewoon omdat ik het universum zo ongelofelijk gaaf vind, en omdat de personages me lief zijn.
“I didn’t cry. And if you think I did, good luck proving it, asshole.”
En, als afsluiter: ik weet vrij zeker dat als ik niet vlak ervoor What The Hell Did I Just Read had gelezen, dat ik dan eind 2017 nooit die bizarro actiedroom had gehad die de basis heeft gelegd voor mijn volgende twee boeken. De Prijs Van Water komt Q1 2020 uit. Dus, daar mogen we ook nog eens dankbaar voor zijn. 😉
audiodrama·recensie·Uncategorized

hell yeah: mission to zyxx

Welkom bij het eerste deel van de “hell yeah” serie! 🙂 Laten we lekker obscuur beginnen, namelijk bij een medium wat niet zo vaak gebruikt wordt: audiodrama/podcasts! Whoop! 🙂

Voor de oningewijden onder jullie, een audiodrama is alsof je een TV-serie zit te kijken, maar dan zonder beeld. Zoals een hoorspel, eigenlijk. In het begin is het een beetje wennen, maar als je er eenmaal “in” zit, snap je niet waarom je er vroeger niet meer mee gedaan hebt.

MTZBG_noAB.jpg

Afgelopen januari kwam Corina ermee in onze schrijfgroep app: “En ik heb trouwens echt een awesome podcast gevonden: Mission to Zyxx, an improvised sciencefiction sitcom” zei ze, maar daar deden we niet zo veel mee – het is natuurlijk een nieuw medium, en ain’t nobody got time for that, right?

Totdat ik in juni een nieuwe baan kreeg en echt belachelijk veel tijd op de snelweg ging doorbrengen. Leuk joh, consultancy 😉

Spotify is doorgaans onderweg mijn beste vriend maar man o man, ik werd helemaal gek van mijn playlists. Dus ik besloot om Corina’s raad op te volgen en zette hem aan.

Mission to Zyxx is een science fiction comedy. Het is een parodie/liefdesbrief aan sci-fi series als Star Wars, Star Trek, en flink veel pop culture. Dit is de introductie die aan het begin van aflevering 1 gegeven wordt:

“The period of civil war has ended. In the aftermath of the Battle of Sistoo the rebels have overthrown the evil Galactic Monarchy and in its place established the just and benevolent Federated Alliance. It’s definitely an improvement and totally not a lateral move. Now, to restore diplomatic relations between systems, the Federated Alliance has deployed teams of ambassadors throughout the galaxy to bring a message of peace to every inhabited world. The pay is six Kroons per hour. Which seems sort of low, all things considered. In the farthest reaches of the Tremillion Sector, a young farm boy named Pleck Decksetter embarks with his crew on his first assignment: a daring journey to the remote and mysterious Zyxx Quadrant. Aboard the starship, The Bargarean Jade, they set out to explore astounding new worlds, discover their heroic destinies and meet weird bug creatures and stuff. This is their mission: a MISSION. TO. ZYXX!”

Audiodrama’s zijn vaak gescript (daar ga ik nog verder op in als ik een van mijn andere aanbevelingen in de hell yeah serie ga uitschrijven, Archive 81), waardoor de acteurs een script aan het oplezen zijn. Soms is dat een beetje rough, voice acting is ook een vak.

Mission to Zyxx heeft dat probleem compleet niet, want de hele serie is geimproviseerd door de acteurs, die allemaal ervaren improv comedy artiesten zijn, en al compleet op elkaar ingespeeld zijn via andere projecten. Iedere aflevering wordt er aangehaakt door een guest star, die met hen meespeelt, en vervolgens spelen ze de aflevering uit, compleet uit de losse pols. Het voordeel hieraan is, is dat de conversaties compleet natuurlijk vloeien, omdat mensen letterlijk op elkaar reageren. De cast ligt soms ook echt compleet in een deuk op de achtergrond – de sound editor doet zijn uiterste best om dit zo veel mogelijk te verbloemen, maar het lukt niet helemaal en dat is helemaal niet erg.

Het is eigenlijk vooral heel erg charmant, en juist doordat er heel ad rem op elkaar gereageerd wordt, komen de grappen ook echt aan. Ik zal heel eerlijk zijn – ik heb het doorgaans aanstaan in de auto, en ik heb een keer een groen stoplicht gemist omdat ik te hard aan het lachen was.

Wanneer de serie begint, is eigenlijk alleen de setting vagelijk bekend, zoals die in de opening narration quote hierboven staat. Maar alles wat er gebeurt/geimproviseerd tijdens de afleveringen wordt, is direct canon. Alle onzin die ze bedenken, krijgt direct een plaatsje in het universum. Namen van rassen, planeten, betaalsystemen, achtergronden van personages…. alles. Dat betekent dat terwijl ze bezig zijn, ze een universum aan het bouwen zijn. En lieve mensen, wat is dat LEUK om te zien gebeuren!

De eerste afleveringen zijn nog wat ruw, maar ergens rond aflevering 5 begint alles op zijn plek te vallen. Tegen de tijd dat je bij de season finale van seizoen 1 komt, ben je verslaafd. De seizoensfinale van S2 is zo fantastisch dat ik letterlijk “NEEE!” tegen mijn autoradio aan het schreeuwen/lachen was. Op de een of andere manier hadden de castleden alle bullshit van de afgelopen twee seizoenen samengebonden in een zinderende finale – SUPER spannend, en compleet over de top hilarisch. In seizoen 3 was ik aan het gillen tegen de pre-season finale, “Malice in Chains”. Die was BRILJANT. Echt, petje af.

Ik heb zelf vrij veel freeform roleplaying gedaan, waarbij je met mensen een verhaal verzint en direct uitspeelt. Dat is eigenlijk wat er tijdens de Mission to Zyxx afleveringen gebeurt, maar dan door mensen die zo verdomde goed zijn in verhalen vertellen, grappig zijn, en compleet op elkaar ingespeeld, dat ik niets anders kan doen dan genieten. Dergelijke magie tussen de spelers en het verhaal heb ik maar een paar keer kunnen aanraken tijdens freeform RP sessies, met mensen die ik goed ken en veel mee samengewerkt heb. Deze mensen doen dit iedere week.

Het is absoluut inspirerend om die mensen zo bezig te zien, en het is super aanstekelijk om met ze mee te lachen. Mocht je je afvragen waar je dit kunt meeluisteren: je kunt naar hun website, Missiontozyxx.space, daar staan alle afleveringen. Je kunt ook checken op The Maximum Fun network…. of op Spotify, wat ik ervoor gebruik. Seizoen 3 is net klaar, maar er komt een 4e aan!

MTZS2Finale_web2.jpg
officiële artwork van de seizoensfinale van S2 van Mission to Zyxx, door Owen Freeman

 

Boeken·Films/TV·recensie

gedeelde inspiratie is dubbele inspiratie

PictureLang geleden toen de wereld nog jong was, schreef ik uitgebreide recensies over de boeken die ik las, en de series en films die ik keek. Eigenlijk doe ik dat al jaren niet meer, behalve een aantal regels op Goodreads.

Het nadeel daarvan is, is dat ik eigenlijk niet echt een plekje meer heb om te gushen als ik iets echt heel mooi/gaaf/inspirerend vind. En ik krijg echt die vraag nog wel van lezers en geinteresseerden: “waar haal je je inspiratie vandaan?”

Met die gedachte heb ik besloten om de aankomende tijd dingen met jullie te delen die mij in de afgelopen tijd (jaren/maanden/weken/dagen) in vuur en vlam hebben gezet.

Over de jaren ben ik namelijk steeds kritischer geworden op wat ik Ă©cht goed vind. Da’s een beetje het nadeel van het vak natuurlijk – als je zo bezig bent met schrijven en verhaalstructuren en motivaties en plotlijnen, dan zie je overduidelijk waar het mis gaat in de verhalen die je ziet of leest (of speelt, in het geval van games). Ik heb bij tijd en wijle zowat zitten schuimbekken als ik een verhaal shit zag eindigen nadat het zo veelbelovend begon (tv-series zoals Game of Thrones, of horror films als Hereditary). Oh, ik heb mĂ©ningen over zulke situaties, en frustraties – zulke frustraties – als ik het fout zie gaan, maar daar gaan we het nu niet over hebben.

Ik wil de aankomende weken juist de media in het zonnetje zetten waarvan ik juichend ronddanste “JA! Zo moet het! Het kan dus toch! Kijk nou hoe briljant!”. Het soort waarvan je het ’t liefste van de daken zou willen toeteren hoe goed het is, en waarom het zo slim en passend en perfect is. Waarom je zo fucking genoten hebt. Want dat is het voordeel van het feit dat ik al zoveel gelezen, gezien en gespeeld heb – er is een hoop troep, want 90% van ALLES is troep – en dat is dat als je bij die 10% komt die dan wĂ©l perfect uitgevoerd is, dat dat zo speciaal is, dat het je oprecht even helemaal gelukkig maakt. Maar misschien moet ik dat even in de eerste persoon zeggen, want voor MIJ is dat in ieder geval zo. Geen idee hoe dat voor jou is 😉

Ik ga ook mijn best doen om wat dingen te benoemen die niet per se bij een groot publiek bekend zijn, en de aandacht zeker kunnen gebruiken. Tot dusverre heb ik een leuk lijstje van niet alleen boeken en tv-series, maar ook een paar audiodrama podcasts (een medium waarvan ik nauwelijk wist dat het bestond, tot voor een aantal maanden geleden).

Dit wordt de “hell yeah” serie. Ik kan niet wachten om al deze gave dingen met jullie te delen. 🙂