Na een week of twee waarin ik middenin de eindcontrontatie zat en ik zowel het lot van een van mijn hoofdpersonages compleet overhoop gooide, als de antagonisten daarna volledig anders liet reageren, en ik tegen mezelf aan het schreeuwen was over logistiek en logica en wat ga ik dan in GODSNAAM doen in boek 2, heb ik de eerste ruwe versie van De prijs van water afgeschreven. Hoera! Champagne en glitters!
…Met inderdaad een compleet ander einde dan gepland (sorry boek 2!), maar dat is niet zo heel erg. Daar doe ik later wel iets aan, ofzo 🙂
Hij klokt in op 76K, wat een hele nette eerste woordcount einde is. Ik ben vrij tevreden met de opbouw, en hoe de eindconfrontatie uiteindelijk verlopen is. Want ondanks de veranderingen klopt het nu wel, volgens mij, en ik ben best blij wat het doet met de personages 🙂
Nu nog kijken wat de proeflezers ervan zeggen en er dan keihard mee aan de slag gaan. Want je weet wat ze zeggen: de eerste versie van een verhaal hoeft niet goed te zijn, alleen geschreven. Dat is hij nu, stap 1 is gezet. En dan daarna als een idioot aan de slag met de rest, want deadlines enzo 😀
Dus! Ben ik blij? Ja. Is het werk nog af? Bepaald niet!
Het is best heftig geweest om het afschrijven van De prijs van water te combineren met het redactieproces van Verloren zielen (de bundel) en… o ja, een baan als IT consultant ernaast. Maar is het ’t waard? Oh ja 🙂 Het lijkt erop alsof we ergens gaan komen nu. Ik ben zó benieuwd naar het eindresultaat! 😀