gewoon doorgaan·Schrijven

waarom ik schrijf

“Go into the arts. I’m not kidding. The arts are not a way to make a living. They are a very human way of making life more bearable. Practicing an art, no matter how well or badly, is a way to make your soul grow, for heaven’s sake. Sing in the shower. Dance to the radio. Tell stories. Write a poem to a friend, even a lousy poem. Do it as well as you possibly can. You will get an enormous reward. You will have created something.”

Kurt Vonnegut

Ik ben wel eens gevraagd hoe ik eigenlijk zo begonnen ben met schrijven. Ik vind het moeilijk om die vraag te beantwoorden, want ik kan eigenlijk niet echt anders. Ik schrijf al mijn hele leven. Ik vertelde al verhalen voordat ik had leren schrijven. En tja, daar houd ik waarschijnlijk ook nooit mee op. Als ik niet gepubliceerd was, dan had ik nog steeds geschreven. Het enige verschil zou zijn dat mijn verhalen dan nooit gelezen zouden worden.

Ik heb net het voorwoord zitten schrijven van mijn aankomende verhalenbundel genaamd Zwanenzang, en daarin schreef ik dat ik tijdens COVID-19 verhalen heb geschreven om me af te reageren. Ik moest gevoelens en indrukken kwijt, ik wilde wegdromen, ik wilde mezelf uitdagen. Als ik die troep maar uit mijn hoofd kreeg, dan kon ik het wel aan. En dat is niet alleen tijdens COVID een ding geweest. Schrijven heeft me altijd al geholpen om relatief blij en stabiel te blijven.

En niet alleen dat, de creatie zelf is iets wat me heel erg blij maakt. Het is mijn manier om in deze wereld iets achter te laten, om iets te maken voor de mensen om me heen. Er staat niet voor niets Create. Affect. Repeat. op mijn linkeronderarm getatoeëerd. Het is een aanmoediging, een motto, en een spiekbriefje in een.

Want ja, hoewel het creëren me blij maakt, is het ook altijd spannend. Want wat als je creatie er niet uitkomt zoals je wil? Wat als je het niet meer kan? Wat als mensen het stom vinden? Schrijfsels publiceren is en blijft een best intiem proces, vooral als je schrijven gebruikt om je af te reageren. Dit komt uit mijn brein, uit mijn hart, uit mijn ziel. En ik hoop maar dat jij het leuk vindt.

Mja, zie hierboven, hahaha. Dit gevoel compliceert de creatie, soms tot op het punt dat het verlamt. Writer’s block, als dat bij mij gebeurt (en geloof me, het is gebeurd, en het zuigt echt heel hard), is een woeste mengeling van onzekerheid, twijfelen aan mezelf, angst voor de reacties van anderen, en een strengheid voor mijn eigen presteren die soms best pijnlijk kan zijn. Want ík mag niet falen, toch? Ik mag niets slechts maken; ík moet het goed doen. Best vermoeiend, soms, van die gedachten. Vandaar de spiekbrief op mijn arm: Create, affect, repeat. Creëer, maak een indruk op de wereld, doe het dan nog een keertje.

Want hoewel het eng is, en spannend, en soms super frustrerend, heb ik het schrijven toch nodig. En eigenlijk is de goedkeuring van anderen ervoor gewoon een bijverschijnsel. (Toch?)

gewoon doorgaan·Prijs van water·Redigeren·schrijfretraite·Schrijven

over een betere schrijver worden

Zomer 2006, tijdens een vakantie in Frankrijk. Hier was ik een verhaal aan het schrijven dat ik Dead In The Water noemde. 🙂

Als mensen me vragen hoe lang ik al schrijf, dan vertel ik ze dat ik al zo lang schrijf als ik me kan herinneren. En dat klopt ook wel – op de basisschool schreef ik korte verhaaltjes en genoot ik van opstellen schrijven, maar op de middelbare school, toen ik een computer met Wordperfect 5.1 op mijn kamer kreeg, werd het een van mijn grootste hobbies. Ik schreef vanalles, over een massamoordenaar die het op tieners voorzien had, over een meisje met een buurjongen die haar plaagde, over een creepy opvangtehuis voor tieners waar medische experimenten op ze uitgevoerd werden… allerlei soorten verhalen, en dit zijn degenen die ik me kan herinneren. Er zijn er meer, maar ze zijn bijna allemaal verloren gegaan toen de harde schijf van mijn 486 crashte (*snik*). Ik heb alleen degenen nog die ik uitgeprint had. (Maak backups, jongens!)

In 2002, toen ik 22 was, ontdekte ik Nanowrimo en ging ik, na een paar jaar alleen geroleplayed te hebben, echt verhalen schrijven. Ik vatte het plan op om rond mijn 30e gepubliceerd te zijn. Deze verhalen heb ik wel allemaal nog, en het is heel bijzonder om ze terug te lezen – vooral omdat ik de rudimentaire sterke en zwakke punten er zo uit kan halen.

Ik kan kristalhelder zien waar ik verbeterd ben (met name show don’t tell, actiescenes) en waar mijn inherente kracht zat (dialogen, personages). Het is echt alsof je naar het verleden kijkt als je een oud verhaal terugleest. Ik herken frases uit liedjes terug in hoofdstuktitels, of namen die ik aan personages heb gegeven om een bepaalde reden, of thema’s waar ik toen veel mee bezig was. Het is super grappig om te zien. Gaan die verhalen nog het levenslicht zien? Misschien.

Ze zijn vooral super belangrijk geweest in mijn pad naar de schrijver die ik nu ben. Mijn proeflezers zijn nu bezig met de alpha versie van De prijs van water, een non-stop ademloos actieverhaal. En ja de proza is but en er zitten een aantal structurele zaken ik waar ik nu aan zit te sleutelen, maar ik ben ook heel erg trots. Want een actieverhaal als dit? Die had ik in 2002 echt niet kunnen schrijven.

Het goeie nieuws: er zit dus vooruitgang in! (ik bedoel, ik heb mijn 10.000 uur echt wel gemaakt hoor, en ook wel FLINK meer dan dat!)

Het deed me echter wel nadenken over wat er nou voor gezorgd heeft dat ik mezelf heb kunnen verbeteren. En hier komen ze, in willekeurige volgorde:

  • oefenen, oefenen, oefenen! – meters maken! schrijven, kreng! buiten wordcount doelen, stel ik mezelf ook schrijfdoelen om me uit te dagen. ‘schrijf eens iets sferisch, verstilds’, of ‘schrijf een scene over iets waar je TOTAAL niet comfortabel mee bent, zoals een marteling’ of ‘schrijf eens een keertje een horrorverhaal’. Als je dingen niet uitprobeert, dan kun je de meters niet maken.
  • de feedback van proeflezers, redacteuren en juryleden – dankzij mijn allerliefste schrijfgroepje, maar ook proeflezers en natuurlijk mijn lieve redacteuren (soms ook niet zo lief, vooral als ik nét de feedback heb gehad) heb ik verhalen geherstructureerd, scenes herschreven, concepten geschrapt. ik heb ze soms ook hard genegeerd en lekker mijn eigen zin gedaan, maar de hoeveelheid keren dat ze precies de vinger wisten te leggen op iets wat me onderbewust dwars zat, is best heel groot.
  • praten met lezers – het is zo bijzonder om te zien waar lezers op “pingen”. Scenes of concepten die ik heel belangrijk of controversieel vond, worden geaccepteerd zonder veel commentaar (we kijken naar jou, seks-scene in de proloog van Bloed & Scherven!), en andere opmerkingen of concepten worden als “geweldig!” aangehaald. En dan zijn er de personages, dat vind ik nog wel het boeiendste. Als ik lezers vraag naar hun favoriete personage in de Lentagonserie, dan krijg ik steeds verschillende antwoorden. Zo bijzonder! Ik ben altijd super bang dat het overduidelijk is voor de lezers wie mijn favoriet is, maar blijkbaar is dat niet het geval. En wat betreft de favorieten van lezers… er is letterlijk niet te voorspellen waar lezers zich mee identificeren.  Dat heeft me wel een hoop geleerd – ik kan niet beslissen wat jij van mijn boek gaat vinden. En aan de ene kant is dat doodeng, maar aan de andere kant is dat ook wel bevrijdend. Ik kan niet iedereen plezieren, maar mensen halen ook plezier uit dingen waar ik nooit op gerekend had. Het werkt dus twee kanten op!

Soms hoor ik wel eens “ja, jij hebt gewoon talent”. Ik vind dat altijd onzin, want oh mijn god heb ik UREN gemaakt wat schrijven betreft – en dan ben ik nog, weet ik veel, netaan bovengemiddeld hoop ik. Ik heb keihard gewerkt om hier te komen.

Ook heb ik super veel te danken aan anderen. Proefleeshulp, aanmoediging, redactie, commentaren. Ik ben er nog lang niet, leren blijf ik altijd wel doen. Maar tegelijkertijd begin ik ook op het punt te komen dat ik ook anderen kan gaan helpen. Ik snap verhaalstructuren, story arcs. Ik snap personages héél goed.

Toen Cocky me in 2017 vroeg of ik voor Zilverspoor/Zilverbron wilde gaan redigeren, dacht ik nog: “Ik? Dat kan ik nooit!” En nu heb ik meerdere trajecten tegelijkertijd lopen en denk ik soms wel eens dat ik inmiddels een betere editor ben dan schrijfster. Het kan verkeren 🙂

Ik kijk er heel erg naar uit om in November met Corina tijdens ons Fantastische Schrijfweekend mensen te helpen met hun eigen schrijfproces en ze helpen beter te worden, zoals ik ook geholpen ben. En ze aan te moedigen om te schrijven, zoals ik ook gedaan heb.

Zo kan ik iets terug doen 🙂

Algemeen·Schrijven·Talent en terreur

tijd om te schrijven

Het is hier alweer even stil, sorry daarvoor! Er is erg weinig te rapporteren op het moment. Zilverbron is op het moment druk bezig met het nazoeken van documentatie en papierwerk, dus over de releasedatum van Bloed en scherven kan ik helaas nog weinig vertellen. We staan ook niet op Keltfest met de Zilverspoor/bron tent, dus voorlopig wordt dat niet face-to-face bijkletsen. Het voordeel hiervan is, dat het me wel meer tijd geeft om te schrijven.

Want ja, in de tussentijd ben ik druk bezig met het schrijven aan boek 3, Talent en terreur, en dat gaat lekker. Ik ben op het moment de 20.000 woorden net voorbij, wat niet slecht is voor even ruim een maand werk. Tenminste, dat is wat ik mezelf vertel. Stiekem is het namelijk best zwaar om weer met een eerste versie bezig te zijn. Vooral als het laatste wat je deed een zesdeversie-redigeer-ronde was, en je nu met een eersteversie-schrijfsel aan het stoeien bent. Blijkt dat je schrijfsels echt beter worden in de redactie, wie had dat gedacht 😉

Daarbij opgeteld ben ik niet het soort schrijfster dat haar plot compleet uitplant en dan pas gaat schrijven. Ik heb concepten en plotpunten en ideeën die ik bedenk, thema’s en de climax van het verhaal die ik uitwerk, en natuurlijk de personageontwikkeling die ik uitschets… en dan… dan knal ik het op papier en zie ik wat werkt, en wat niet. Dat betekent wel dat ik het verhaal meestal zo’n ruwweg vier keer volledig overhoop haal, herschrijf en het plot herstructureer, voordat jullie het uiteindelijke product te zien krijgen.

Dat klinkt best prima, totdat je je realiseert dat het gemiddelde schrijfproces voor mij, aan mijn kant van het boek, er ongeveer zo uitziet:

fe157e3c07a2fec9ea705900766efabb
geen idee van de source van dit plaatje, ik heb hem oorspronkelijk van tumblr af

En dat is best bikkelen, zoals je waarschijnlijk wel begrijpt.;)

Maar het is ook superleuk! Het creatieve ontdekkingsproces is net zo gaaf als dat het frustrerend is. Soms moet je gewoon even door het ????? deel heen om een goed nieuw idee naar boven te halen en dan weer op een wat vastere fundering te kunnen doorschrijven. En dat wéét ik, maar soms blijft het wel moeilijk. Tegelijkertijd ben ik wel ongelofelijk blij dat ik weer tijd mag doorbrengen met mijn personages (op het moment heb ik een toptijd met mijn amusement over de manier waarop Seamon en Valeria elkaar constant irriteren :D). Ik heb zo’n woeste liefde voor al mijn babies, en ik kan niet wachten om Morgan en Paris beter te leren kennen. Dus; ik spreek jullie later… ik ga verder schrijven! 🙂