achtergronden·Gaming

hell yeah: final fantasy 7

Degenen die mijn blog al langer volgen (of die mij een beetje kennen) zullen waarschijnlijk niet verrast zijn dat deze blog nu geschreven wordt. Ik heb al vaker gepraat over mijn woeste liefde voor de Final Fantasy serie. Voor degenen die niet weten wat het is: Final Fantasy is een Japanse RPG die al loopt sinds 1987. Sindsdien zijn er 16 mainline titels uitgekomen, met een groot aantal spin-off games. Het was vroeger zo dat iedere game zijn eigen verhaal had, wat zich afspeelde in zijn eigen wereld, met zijn eigen personages. Er zijn concepten en gimmicks die in iedere wereld/game terugkomen (crystals, chocobo’s, moogles en – vreemd genoeg – een personage genaamd Cid), maar in principe spelen de games eigenlijk als een verhalenbundel. Daarom is er ook geen concensus welke van de games het “beste” is, juist omdat de games zo uiteenlopen qua gameplay, thema’s, graphics, verhalen, enzovoorts. Iedere van fan de serie heeft zijn eigen mening, en hoewel er een paar van de games consistent beter uitkomen dan anderen, is het echt een kwestie van smaak.

Mijn smaak? Mijn absolute favorieten zijn Final Fantasy 8, 7 en 15. (honourable mentions voor 16 en 10) En daarmee ben ik verre van mainstream, want hoewel 7 de populairste is van de hele serie, zijn 8 en 15 dat bepaald niet. Final Fantasy 8 was mijn eerste, in 1999, en heeft daardoor een speciaal plekje in mijn hart. (En ik vond het battle systeem, wat uitgekotst wordt door veel van de spelers, WEL leuk. En snapte het. En was er goed in. Dus.) 15 heb ik het meeste uren ingestoken omdat ik verliefd was op de personages en de wereld, en dat was mijn eerste game na bijna vijf jaar geen game aangeraakt te hebben. (Wat heb ik gejankt aan het einde).

En dan is er Final Fantasy 7. Fucking Final Fantasy 7.

Ik speelde FF7 in de herfst/winter van 2000. Heb het zo fanatiek gespeeld dat ik er RSI van opliep. Ik was alleen niet zo goed in deze game, niet zoals ik in 8 was, maar het verhaal greep me bij de keel. Ik heb er al eens een blog over geschreven; ik denk dat FF7 de eerste instantie was waar ik echt het volledige potentieel zag van de onbetrouwbare verteller. Het is een thema wat vaker terugkomt in mijn eigen verhalen, het “wat als hoe jij de wereld waarneemt niet de realiteit is” concept is iets wat me misschien niet wakkerhoudt, maar wel iets wat ik echt doodeng vind. En ook iets wat ik zo verdomde interessant vind.

En Cloud Strife, de hoofdpersoon van FF7, is een ongelofelijk onbetrouwbare verteller. Vanuit een verhalenvertellend perspectief is dat fantastisch, want het geeft het verhaal een extra laag en zorgt ervoor dat de replay value van het spel veel hoger wordt. Het meemaken van de originele mindfuck is een ervaring op zich, maar de game nog een keer spelen met alle antwoorden is fantastisch, omdat je dan alle hints, leugens en (on)waarheden kan aanschouwen. Het betekent dat je het verhaal dus nooit meer op dezelfde manier kan ervaren, maar die allereerste ervaring? Die is goud waard.

Zoals je misschien wel weet, en misschien ook niet, zijn ze de Final Fantasy 7 game helemaal aan het remaken. Is wel een beetje de tijdgeest he, alles is remakes tegenwoordig, en dan remakes die langer zijn dan het originele product (de remake serie wordt 3 spellen lang, ipv 1. De eerste twee games ervan zijn net uit: FF7 Remake, en FF7 Rebirth. De derde volgt… over een paar jaar). Maar in het geval van FF7 geven ze er wel een extra twist aan, want ze volgen niet volledig het originele verhaal.

deze foto maakte mijn man van mij, op 1 maart, om 23.50 uur. 😀

De nostalgiewaarde is nog steeds torenhoog, want voor een heel groot deel wordt het plot getrouw gevolgd, zijn de personages en de locaties en de muziek nog steeds heel herkenbaar en juist verder uitgediept op een manier die heel natuurlijk aanvoelt (en fantastisch gedaan is), maar er is ook een deel dat suggereert dat dit een do-over is. Dat je als een groundhogday, een timeloop, door de gebeurtenissen heen gaat van de originele game uit 1997. Maar sommige van de personages zijn zich ervan bewust. Namelijk de bad guy. En die heeft het op zichzelf genomen om onze hoofdpersoon, die al niet de meest betrouwbare verteller was door afschuwelijke trauma’s, HELEMAAL KAPOT te maken.

En met de technologie en videografie van nu kunnen ze dat fantastisch in beeld brengen. Waar we in 1997 tekst en polygonen hadden, hebben we nu lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, de manier waarop Cloud zijn zwaard vasthoudt, zijn stem (zijn voiceactor is fantastisch. ik krijg nog steeds de rillingen als ik denk aan zijn stem toen hij riep: “Aerith? Let’s talk!”)… dus die hele extra laag, de manier hoe die psychologie in beeld wordt gebracht; echt fantastisch.

Het is ook een grote game, vol minigames, side quests, afleidingen, nostalgie, geweldige momenten tussen de personages, hilariteit en fantastische gameplay. De muziek is ook prachtig, en zo getrouw aan het origineel maar tegelijkertijd ook weer niet.

(Ik denk niet dat ik in woorden uit kan leggen hoe episch het was om op die zaterdagavond in december 2000 de eindbattle met Sephiroth in te gaan en anderhalf uur lang voor mijn leven te moeten vechten terwijl na een game lang alleen maar midi-melodietjes gehoord te hebben, een orchestrale ode aan de carmina burana te horen in “One Winged Angel” die keihard over de speakers blerde. het mooien aan gamen is dat het zo’n actieve ervaring is, want je leeft dat gevecht, je hartslag zit door het dak, je handen glibberen van het zweet, en jij bent het, die dat gevecht aangaat, vloekt als Sephiroth zijn Octaslash – of erger nog, zijn Heartless Angel – op je loslaat. Het is zoveel actiever en intenser dan een film kijken of een boek lezen. Soms worden het echt van die core memories.)

Ik ben meteen gaan spelen toen de game uitkwam. Vanaf het allereerste moment van release, op 29 februari om middernacht. Ik wilde wanhopig de spoilers voor blijven, want het internet was een mijnenveld, en ik wilde nog wanhopiger weten wat de developers ervan gemaakt hadden. Dus ik heb het weekend vrijgenomen en ik heb ieder vrij moment genomen om te spelen. Ik heb er slaap voor opgeofferd. Ik was niet of nauwelijks aanspreekbaar. En ik had de tijd van mijn fucking leven.

Ik speelde Final Fantasy 7 Rebirth (de 2e game van de 3) uit op 8 maart 2024, om 3.30 uur ’s nachts (74 game uren later). Uitgeput, afgedraaid, overweldigd, met brandende ogen van het janken (er waren een hoop emoties gaande, okay?) en trillende handen van de adrenaline. Ik moest de volgende ochtend gewoon werken, maar gelukkig wel vanaf thuis. Je kan zeggen dat ik wat verrot was die dag, maar het viel eigenlijk nog wel mee.

Wat wel interessant is, is dat er heel veel ambigue elementen in het plot zitten, steeds in de eindconfrontaties, wat ervoor zorgt dat je in de tijd tussen de release tussen de games aan het speculeren blijft. De eindconfrontatie was een enorme barrage aan (conflicterende) informatie, intense emoties, en ruim twee uur lang vol adrenaline eindbazen bevechten ben je als speler zo overweldigd dat het moeilijk is om je eigen mening te vormen over wat je nu precies ervaren hebt. Dat was al zo bij de eerste game (Remake), maar nog erger bij Rebirth.

Ik heb mijn ideeen, inmiddels, er is een maand overheen gegaan en ik zit inmiddels op ruim 120 uur gameplay, maar het gaat nog jaren duren voordat ik mijn antwoorden ga krijgen. En hoewel dat moeilijk is, kijk ik er ook heel erg naar uit. Want als ik gelijk heb, en mijn theorieen kloppen… dan gaat het HEEL gaaf worden.

Dus ja: hell yeah, Final Fantasy 7. Of het nu de originele game is, of de Remake serie. Ik heb zo’n liefde voor allebei, waarschijnlijk versterkt door het feit dat ik letterlijk al 24 jaar met deze personages rondloop. Ik weet niet of het ‘tzelfde is, als je de spoilers al kent, of als je de originele game nooit gespeeld hebt, of als je niet alle easter eggs vindt in de muziek, in de details, in de wereldbouw, in de dialogen. Waarschijnlijk niet. Maar voor mij? Oh, voor mij is het zo’n enorme hell yeah.

(En ja, Hydron en haar toren is volledig gebaseerd op Shinra, in Midgar. Mijn ode aan de game die me de liefde bezorgde voor 1) moderne fantasy, en 2) de onbetrouwbare verteller. Zonder deze game hadden mijn schrijfstijl en mijn smaak er heel anders uitgezien, denk ik.)

achtergronden·Boeken·Films/TV·Gaming·recensie

invloeden en inspiratie

Een tijd geleden had YouTuber HelloFutureMe een video waarin hij uitlegde welke werken hem geinspireerd hadden. Dus niet welke boeken/films/media volgens hem het allerbeste waren, maar echt wat hem geinspireerd had. Wat bij hem binnengekomen was en wat zijn leven veranderd had. Daardoor ben ik natuurlijk ook gaan nadenken wat het voor mij nu uiteindelijk is geweest, en ik dacht dat het wel gaaf was om mijn belangrijkste invloeden met jullie te delen. Ik vond het een leuke exercitie. 🙂

Ik ben dus uitgegaan van wat jonge (en minder jonge) Kelly echt geinspireerd heeft, en wat invloed heeft gehad op mijn pad als schrijver. Wat een vuurtje onder mijn achterste ontbrandde, of wat het begin is geweest van iets wat me geholpen heeft, of…. Nou ja, dat dus. 🙂

Ik heb het uitgeschreven op chronologische volgorde, want dat vind ik logisch. Zoals je ziet is het vooral buitenlandse media. Dat betekent trouwens niet dat er geen fantastische Nederlandstalige literatuur is, en dat er niet Nederlandse boeken zijn die ik op dit punt zelfs ronduit beter vind dan wat er op deze lijst staat. Het zegt gewoon dat toen ik nog jong en beinvloedbaar was, er niet zo veel gave Nederlandstalige fantasy was. Daar is de afgelopen jaren zeker verandering in gekomen, maar op dat punt had ik mezelf al ontwikkeld, haha 🙂

Maargoed; hier komen ze, op ietwat chronologische volgorde; de verhalen die mij het meest beinvloed en geinspireerd hebben!

  • The Talisman – Stephen King & Peter Straub (1991)

Als 11-jarige Kelly was ik al een hele tijd naar de boeken aan het gluren die mijn ouders lazen, maar met “De Talisman” durfde ik eindelijk de stoute schoenen aan te trekken en “grotemensenboeken” te lezen, want ik dacht dat ’t niet mocht. (Ik zie het boek nog op onze salontafel liggen) Maar Jack, de hoofdpersoon in dit boek, was ook elf jaar oud, dus ik vond dat dit boek wel toegestaan was.
Mijn ouders waren overigens wel de laatsten die me daarin tegenhielden, die hebben me nooit weggehouden bij enige lectuur/literatuur en vonden het alleen maar mooi dat ik alles las wat los & vast zat. De bibliothecaresse keek me op een gegeven moment wel schuin aan toen ik een stapel Dean Koontz en Stephen King uitcheckte, maar gelukkig heb ik er nooit nachtmerries of iets dergelijks van gehad.
Dit was mijn eerste boek voor volwassenen, en hoewel ik niet alles snapte, vond ik het PRACHTIG. Het was donkere fantasy, een queeste voor een magisch object, een jongetje dat zijn zieke moeder wilde redden en mijn kinderhartje had nog nooit zoiets gelezen, ik omarmde het. Ik denk dat een groot deel van mijn liefde voor fantasy uit dit boek vandaan komt.

  • Ender’s Game – Orson Scott Card (1995)

Mijn man (toen nog mijn vriendje – een van de dingen die we destijds bij elkaar zo leuk vonden, was dat we een vergelijkbare smaak hadden) gaf me Ender’s Game om te lezen toen ik een jaar of vijftien oud was. Ik denk dat dit mijn eerste science fiction was, op wat Evert Hartman enzo na. Ik vond het prachtig; de wereldbouw, de toekomst, de ruimteschepen, Ender die de wereld moest redden, en ik had zo’n crush op zijn zusje Valentine. :’D
En hoewel ik het op dit punt echt niet meer eens ben met Orson Scott Card en zijn politieke meningen, heeft dit boek – en de hele Ender serie – een waanzinnige indruk op me achtergelaten. Ik noem de eerste zinnen van dit boek regelmatig nog als voorbeeld van een geweldige openingszin als ik een workshop over schrijven geef.
“I’ve watched through his eyes, I’ve listened through his ears, and I tell you he’s the one. Or at least as close as we’re going to get.”
Ik bedoel: wát een binnenkomer, toch? En vanaf daar houdt het ook niet op. De proza is echt fantastisch, en ik werd zo meegesleept door het verhaal dat ik de twist op het einde écht niet aan zag komen. Perfecte executie, dit boek.

  • The Eye Of The World – Robert Jordan (1998)

Het was de zomer van 1998. Ik zat middenin mijn eindexamens van het VWO en ik wilde er niet aan. Mijn hele leven zou gaan veranderen, ik wist op dat punt wel dat ik mijn examens zou gaan halen, maar ik vond het heel moeilijk om afscheid te gaan nemen van mijn oude leventje. Mijn vrienden zouden allemaal naar andere scholen en universiteiten gaan, ik had het leuk op mijn middelbare school, etcetera etcetera. Dus ik pakte het eerste boek van The Wheel Of Time op om mezelf af te leiden van de realiteit. Heel eerlijk, ik vond de eerste twee boeken niet eens zo geweldig, maar ik wilde mezelf afleiden, me in een andere wereld dompelen, dus ik zette door.
Was het helemaal waard, gelukkig. Vanaf boek 3 tot en met boek 6 is het trouwens wél waanzinnig tof, daarna zakt het in, maar dat wist ik toen nog niet, boek 7 was net uit. Ik werd een superfan. Via The Wheel Of Time werd ik actief op het internet, en dit was 1998, jongens – het internet was toen nog heel pril. Ik heb driekwart van mijn huidige vriendengroep dankzij deze boekenserie ontmoet, maar buiten dat, heb ik dankzij deze serie HEEL VEEL online geroleplayed. Effectief kwam dat neer op heel veel fanfiction schrijven. Ik heb tussen 1999 en 2006 zo ontzettend veel geschreven en roleplay plots bedacht en tot uitvoering gebracht. Ik heb denk ik hiermee mezelf leren verhalen schrijven. Gek zo, als je daar nu op terugdenkt. Vooral omdat ik uiteindelijk best afgebrand ben op de serie. Ik heb hem wel nog uitgelezen, en heb daardoor wel weer Brandon Sanderson ontdekt, dus dat is positief 😀

  • Final fantasy 7 & 8 – Squaresoft / Square Enix (1999)

Ik weet het; dit zijn games, geen boeken. Maar als ik kijk wat echt invloed op mij heeft gehad als schrijver, op mijn leven? Mijn liefde voor moderne fantasy is 1-op-1 terug te leiden naar deze games. De reden dat ik moderne fantasy schrijf, en wat minder vaak voor de epische of middeleeuws-achtige fantasy ga? Deze games. Omdat technologie + magie = awesome! 😀
Ik heb daar al uitgebreid over geschreven in deze blog, maar het moest gewoon nog een keer gezegd worden.

  • A Storm Of Swords – George R. R. Martin (2002)

Game Of Thrones is mainstream. Iedereen kent het fenomeen. Je moet echter begrijpen dat tien jaar voordat de tv-serie uitkwam, ik al hardop aan het gillen was tegen boek 3 van A Song Of Ice And Fire. De Red Wedding daargelaten; dat moment met Littlefinger, Lysa en Sansa bij Moon Door? Dat moment dat je er achter komt wie alle teringbende in de Seven Kingdoms gestart is? HOLY SHIT. Ik viel van de bank toen ik het las.
Fantasy tot dat punt was – voor zover ik gelezen had – best allemaal nog wel tam. De dood van personages, van de helden, was niet echt iets wat gebeurde? Of permanent was? Dus wat Martin aan het stunten was, met het afslachten van zijn personages – ik vond het fantastisch. De twists, het verraad, de dood, de nitty-gritty duisternis van de wereld… het was helemaal in mijn straatje. Dit toonde me hoe het ook kon, en ik omarmde het volledig.
Ik weet nog zo goed dat ik op basis daarvan in mijn Wheel of Time roleplays opeens een level up deed. Opeens gingen we er helemaal voor; epische meeslepende plots, verraad, uitgedieptere, getraumatiseerde personages… ik denk dat mijn liefde voor moreel grijze personages echt uit ASOIAF voortgekomen is.

  • A Song For Lya – George R. R. Martin (2008)

Wow, nóg een keertje Martin? Yup. In dit geval een heel ander soort boek. Dit is een korte verhalenbundel, veelal SF, die ik echt fantastisch vind. (De reden dat ik graag korte SF verhalen schrijf, jongens, is omdat ik net zo’n gave bundel wil schrijven als A Song For Lya. Na vijftien jaar klooien begin ik er misschien eindelijk een beetje in de buurt te komen.) Het kroonjuweel van de bundel is het titelverhaal, A Song For Lya, een verhaal dat me emotioneel compleet kapotmaakte. Hij kwam binnen als een stomp in mijn maag en ik heb als een baby zitten janken. Het verhaal zei zulke mooie dingen over menselijke connectie, over liefde, over niet genoeg zijn, over de muren die we bouwen – en dat allemaal in een gaaf SF plot gewikkeld. Dit verhaal heeft niet voor niets een Hugo gewonnen. Dit was denk ik voor mij het boek dat ik las en voor mezelf dacht: “als ik later groot ben, dan wil ik net zo cool zijn als jij.”

  • Mistborn – Brandon Sanderson (2011)

Is Mistborn Sanderson’s beste boek? Weet ik niet. Ik vond persoonlijk Words Of Radiance beter. Maar was dit wat ik absoluut nodig had om me te realiseren dat het mogelijk is dat een fantasyboek compleet inlost op al zijn beloftes, een perfecte executie heeft, en dat het kán? Dat ook ik het vast kan, dat ik gewoon moet schrijven? …Dat deed het wel. Op de een of andere manier was het zo’n injectie van optimisme in mijn brein, dat dit boek me de moed heeft gegeven om “Geboorterecht”, het kortverhaal dat uiteindelijk de proloog van “Stof en Schitteringen” werd, in te sturen naar verhalenmagazine Pure Fantasy.
Dankzij Mistborn vond ik de moed om mijn verhaal te schrijven, af te maken, en in te sturen. En dat is toch wel een hele hoop waard.

  • The Enigma Of Amigara Falls – Junji Ito (2018)

Dit verhaal is geen proza, dus in de lijst is dit een beetje een vreemde eend in de bijt. Dit is een manga, en dit is gewoon de meest intense horror die ik ooit gelezen heb. Het is inmiddels jaren geleden en ik word nog steeds een beetje misselijk als ik eraan denk. Ik vind horror het gaafst niet als het gaat om monsters of geesten of demonen, maar – en dat deed dit verhaal me mede realiseren – als het verhaal zich focust op de existentiële shit. Op psychische shit. Op body horror. Op transformatie. Daar kan je mij écht gek mee krijgen. En dat realiseerde ik me dankzij deze manga.
Mocht je het willen lezen, vind je het hier. Maar geef Junji Ito alle liefde en koop het boek alsjeblieft ook. Trigger warning voor mensen met claustrofobie, trouwens. 😉

  • Shingeki no Kyojin / Attack on Titan – Hajime Isayama (2022)

Jullie hebben me al eerder horen lofzingen over deze anime. Ik ben ook zeker van plan om de manga te gaan lezen. De anime is vorige week definitief geeindigd (en ook een beetje de aanleiding tot deze blog), dus mss is het een beetje regency bias, want heeft het me beinvloed? Ja. Ik ben een van de gelukkige kijkers die uiteindelijk maar anderhalf jaar op de finale hoefden te wachten, in tegenstelling tot de mensen die er al vanaf 2013 bij waren (!). Het jaartal zegt ook iets; want 2022 was het jaar dat “De Prijs Van Water” uitkwam.
Natuurlijk had ik het originele idee voor de Paraiso serie al in 2017, maar de manier waarop zaken in beeld gebracht werden, de wanhoop van de personages, de horror – die gaven me echt die uiteindelijke duw in de rug om de laatste versie en de redactie tot een goed einde te brengen. Plus; het leerde me dat er een markt is voor verhalen over monsters. En dat voelde toch wel heel goed.
Extra plus: de informatiedosering en het mysterie in dit verhaal? 10/10. Dit is het soort verhaal dat je meerdere keren moet consumeren, want OMG DE DETAILS KLOPPEN ALLEMAAL en de payoff van het mysterie is perfect gedaan. Zó ambitieus, dit plot. Love it.

Whooo, dit was leuk om te doen. Wat zijn jouw grootste invloeden geweest? Wat heeft op jou het meeste indruk gemaakt, en heeft je pad als schrijver geschapen? Ik ben super benieuwd!